Naar de inhoud

Systemen van de overheid remmen betrokkenheid van burgers

Hoe kan het dat de samenwerking tussen betrokken burgers en beleidsmakers zo moeizaam verloopt? In het vorig jaar verschenen advies Vertrouwen in burgers gaat de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid in op deze vraag.1 Voor dat rapport hebben Annemarth Idenburg en haar collega’s vele mensen in heel Nederland gesproken over de verschillende manieren waarop burgers hun betrokkenheid met de samenleving vormgeven en hoe ze daarbij ambtenaren en politici op hun weg tegenkomen. Een confrontatie die niet zelden tot conflicten leidt. Dit artikel vat samen wat het onderzoek en rapport melden over de mogelijkheden om dat te voorkomen.

Laatst las ik met veel plezier Het spoor bijster. Memoires van een appellant, waarin Renier Koenraadt in romanvorm verhaalt over zijn groeiende verbondenheid met zijn woonwijk en zijn toenemende aversie tegen het stadsbestuur dat grootste plannen heeft voor die wijk.2 En hoe hij langzaam maar zeker ondoorgrondelijke inspraakprocedures wordt ingezogen. Het boek beschrijft prachtig hoe een betrokken burger die niet ‘tegen’ is, maar op een constructieve manier zijn bezwaren tegen een plan wil inbrengen en wil helpen nadenken over mogelijke alternatieven, uiteindelijk bij de Raad van State terechtkomt om zijn gelijk te halen.

Tijdens ons onderzoek voor de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) hebben we de verhalen en ervaringen van Renier Koenraadt in vele kleuren en variaties gehoord. Ook kregen we inzicht in de factoren die maakten dat een constructieve samenwerking in andere gevallen wel van de grond kwam. Ze vormden de basis van onze aanbevelingen. Maar door de botsende culturen van de samenleving en de overheid zal er altijd een zekere spanning zijn in de relatie tussen burgers en beleidsmakers. De kunst…