Naar de inhoud

Toepassing sterftetafels

De gemiddelde levensverwachting neemt verder en sneller toe. Onder andere met toepassing van 'overlevingstafels' (ook wel sterftetafels genoemd) kan de op pensioeningangsdatum benodigde koopsom voor de pensioenuitkeringen worden berekend. Het mag duidelijk zijn, dat bij toepassing van een 'oudere' sterftetafel van een kortere levensverwachting wordt uitgegaan. Dit zorgt voor een lagere koopsom en lagere premies (bij gelijke rekenrente). Dit heeft zowel invloed op verzekerde pensioenen, als op pensioen in eigen beheer.

Voor verzekerde regelingen zal de verzekeraar veelal een zogenoemde leeftijdsterugstelling hanteren, om mede het effect van langer leven te kunnen compenseren. Het is hierbij van belang, dat bij een verzekerde regeling wordt nagegaan, welke sterftetafel en leeftijdsterugstelling de verzekeraar toepast.

Bij pensioen in eigen beheer mag sinds 1 januari 2004 geen leeftijdsterugstelling meer worden toegepast, indien de meest recente sterftetafel wordt toegepast. De wettekst impliceert, dat bij toepassing van een oudere sterftetafel een correctie met leeftijdsterugstelling moet worden toegepast. Gebruik van een oudere sterftetafel zal tot gevolg hebben dat de fiscale voorziening te laag wordt gewaardeerd. Nu zal dit niet zo snel tot een onzuiver pensioen leiden, maar een te lage voorziening kan door de Belastingdienst op grond van de foutenleer in het laatst openstaande jaar wel worden gecorrigeerd.

Wet: art. 8, lid 6, Wet Vpb 1969

auteur: Edzo Boven

wet: art. 8, lid 6, Wet Vpb 1969