Naar de inhoud

Uit de Praktijk van het Notarieel Juridisch Bureau

13 meerderjarigenbewind en de beschikkingshandeling zonder machtiging

Een bewindvoerder verkoopt een woning die valt onder een door de kantonrechter ingesteld meerderjarigenbewind. In de koopovereenkomst is een ontbindende voorwaarde opgenomen die als volgt is geformuleerd:

“Deze overeenkomst zal (...) ontbonden (kunnen) worden als aan de verkoper niet vóór (...) door de Rechtbank, sectie kantongerecht (...) de toestemming (...) wordt verleend het verkochte te verkopen en te leveren op de wijze en tegen de voorwaarden als in deze koopovereenkomst is bepaald.”

Omdat de rechthebbende niet meer in staat is toestemming te verlenen voor deze rechtshandeling, verzoekt de bewindvoerder de vervangende machtiging van de kantonrechter. Voordat de kantonrechter de toestemming heeft kunnen verlenen, overlijdt de rechthebbende. De kantonrechter verklaart de verzoekende bewindvoerder niet-ontvankelijk. De vraag is nu of de erfgenamen van de rechthebbende aan deze koopovereenkomst zijn gebonden.

Om deze vraag te kunnen beantwoorden moet eerst worden vastgesteld wat de status is van de zonder machtiging gesloten koopovereenkomst. Daartoe moeten de volgende vragen worden beantwoord.

Was de bewindvoerder bevoegd tot het sluiten van de koopovereenkomst?

Ervan uitgaande dat de omstandigheden waarin de rechthebbende verkeert, nopen tot de verkoop van diens woning, is de verkoop een daad van beheer, waartoe de bewindvoerder in beginsel bevoegd is.1 Tijdens het bewind berust het beheer over de goederen van de rechthebbende immers bij de bewindvoerder (art. 1:438 lid 1 BW).

De bewindvoerder vertegenwoordigt de rechthebbende in en buiten rechte (art. 1:441 lid 1 BW). Zijn vertegenwoordigingsbevoegdheid is echter beperkt als het gaat om - onder andere - het aangaan van overeenkomsten tot beschikking over een onder bewind staand goed…