Verzoek aan advocaat tot overleggen schriftelijke machtiging niet onredelijk
Samenvatting
Verzoeker, advocaat, stelt te zijn benaderd door X met de vraag zijn belangen te behartigen. Daarop vraagt verzoeker de Belastingdienst Heerlen om hem het proces-verbaal te doen toekomen van een in de woning van X aangetroffen hennepplantage. Als reactie vraagt de Belastingdienstverzoeker om een schriftelijke machtiging. Verzoeker klaagt er onder meer over dat hij een machtiging moet overhandigen aan de Belastingdienst, terwijl hij al twintig jaar als advocaat de belangen van derden behartigt.
De Nationale ombudsman overweegt dat het bestuursorgaan op grond van art. 2:1 Awb van een gemachtigde een schriftelijke machtiging kan verlangen en dat dit ook geldt – anders dan bij beroepsprocedures bij de rechtbank – voor de gevallen waarin de gemachtigde advocaat is. De vraag is echter of de Belastingdienst een toereikende reden had om van verzoeker een dergelijke machtiging te verlangen. Gezien het feit dat er 1.500 mensen bij de Belastingdienst Heerlen werken en verzoeker niet voor al deze medewerkers bekend zal zijn geweest, X nog nooit iemand had gemachtigd om zijn belastingzaken te regelen, de Belastingdienst niet al langer wist dat verzoeker advocaat was van X en dat verzoeker had gevraagd om gevoelige informatie, is het niet onredelijk dat de Belastingdienst verzoeker om een schriftelijk machtiging heeft gevraagd.
(Klacht ongegrond.)