Vrijwillige bijdragen aan uitvaartfonds op islamitische grondslag aftrekbaar
Samenvatting
Belanghebbende heeft in zijn aangifte een bedrag in aftrek gebracht als uitgaven wegens overlijden. Dit betreft een betaling aan de Islamitische Stichting Nederland (ISN). Het hof overweegt dat de deelnemers die voor zichzelf en hun familieleden de door ISN in rekening gebrachte jaarlijkse ‘donatie’ betalen, de facto tegenover ISN een aanspraak op ondersteuning in geval van overlijden verkrijgen, welke is gebaseerd op verplichtingen van moraal en fatsoen die zijn geworteld in (islamitisch-) religieuze opvattingen. In tegenstelling tot Rechtbank Noord-Holland acht het hof aannemelijk dat restitutie van de bijdragen is uitgesloten en dat het evenmin mogelijk is de uit een donatie voortvloeiende verbintenissen aan een ander over te dragen of te verpanden. Het hof acht ook aannemelijk dat de door ISN verleende ondersteuning feitelijk uitsluitend bestaat uit de vergoeding van kosten (in het bijzonder van vervoer) van de verzekerde en diens familieleden in verband met de uitvaart van de overledene. De bijdragen kunnen dan ook worden aangemerkt als ‘uitgaven die rechtstreeks verband houden met het overlijden (en) de begrafenis’.
(Hoger beroep gegrond.)
Commentaar
Tot 1 januari 2009 waren in art. 6.19 Wet IB 2001 onder meer de uitgaven wegens overlijden als persoonsgebonden aftrekpost aftrekbaar gesteld. In dat artikel was bepaald dat de uitgaven die rechtstreeks verband houden met het overlijden, de begrafenis of crematie worden aangemerkt als uitgaven wegens overlijden.
Ter verduidelijking van voornoemd artikel heeft de staatssecretaris in een vraag- en antwoordenbesluit uiteengezet onder welke voorwaarden premies voor een begrafenisverzekering aftrekbaar zijn als buitengewone uitgaven (laatstelijk in het besluit van 28 oktober 2009, nr. CPP2009/1820M, NTFR 2009/2450…