Wat is ‘in hoofdzaak’?
In een eerdere editie van Loonzaken is ingegaan op de problematiek omtrent de deelname aan een verplicht gesteld bedrijfstakpensioenfonds. Hierbij zijn de gevolgen besproken van de situatie dat aan de aansluiting terugwerkende kracht wordt verleend en de daaruit voortvloeiende premieverschuldigdheid. Voor de vraag bij welk bedrijfstakpensioenfonds een onderneming moet zijn aangesloten spelen de activiteiten die de onderneming uitvoert een belangrijke rol. Zijn er meerdere activiteiten dan is de vraag waar de onderneming zich ‘in hoofdzaak’ mee bezighoudt.
Een terugwerkende kracht van een verplichtstelling heeft over het algemeen een enorme impact op een onderneming. Immers was er al eerder sprake van een pensioenregeling, dan ligt direct de vraag voor hoe daar mee om te gaan. Moet de reeds bestaande pensioenregeling per direct worden gestaakt? Maar daarin zijn al aanspraken opgebouwd. Er zal sprake zijn van dubbele pensioenopbouw. En kan de bestaande pensioenregeling zomaar gestaakt worden? Daar moeten de deelnemers toch mee instemmen. Dat is dan nog alleen voor de toekomst. Ook moet gekeken worden naar het verleden. En daarin ligt dan ook vaak een discussie omtrent het moment van verplichtstelling. Het komt immers met enige regelmaat voor, dat de activiteiten van een onderneming enigszins wijzigen, en dat een wijziging geleidelijk gaat. Geleidelijk komt dan ook soms een verplicht gesteld pensioenfonds om de hoek kijken.
Werkingssfeer
Een werkgever is verplicht deel te nemen in een bepaald bedrijfstakpensioenfonds indien de activiteiten van zijn onderneming ressorteren onder de werkingssfeer van het pensioenfonds. In de zogenaamde verplichtstellingsbeschikking wordt expliciet vastgelegd welke bedrijfsactiviteiten en/of welke werkzame personen onder de werkingssfeer van het pensioenfonds vallen. Aansluiting is vanzelfsprekend verplicht wanneer de onderneming uitsluitend de activiteiten uitvoert, …