Werken aan waarheidsvinding
Over het belang van de juiste onderzoeksmethoden in het aansprakelijkheidsrecht
Een waarheidsgetrouwe vaststelling en juiste interpretatie van de feiten is noodzakelijk voor een materieelrechtelijk juiste uitkomst van rechterlijke beslissingen. Bovendien wordt de betekenis van de feiten voor de uitkomst van rechterlijke beslissingen steeds groter, onder meer omdat de Hoge Raad zijn rechtsvormende beslissingen steeds vaker laat afhangen van de ‘omstandigheden van het geval’.1 Dit geldt bij uitstek voor schuldaansprakelijkheid. Het boek Werken aan waarheidsvinding beoogt de onderzoeksmethodologie die voor een kwalitatief goede waarheidsvinding nodig is te integreren in het rechterlijk beslismodel en kan daarom worden gezien als gids voor een zo objectief mogelijke waarheidsvinding binnen de juridische procedure.2 In het navolgende zal ik drie kernpunten uit het boek bespreken: het belang van onderzoeksvragen voor de waarheidsvinding, debiasing-strategieën en de invloed van morele oordelen op de normstelling. Deze punten dwingen rechters en andere juridische beslissers tot reflectie op de rationaliteit van de eigen oordeelsvorming.

1. Het belang van onderzoeksvragen voor de waarheidsvinding
Juristen zijn vertrouwd met het rationeel-positivistische kennismodel, waarin de rechter in de woorden van Hartendorp “een geoefende toepasser van algemene wetten, regels, methoden en theorieën is”.3 Rechters en andere juridische beslissers zijn gewend de feitelijke toedracht van een juridisch relevante gebeurtenis vanuit een gesloten rechtsvraag te benaderen. Is de gemiste diagnose te wijten aan onzorgvuldig handelen door de arts? Is het auto-ongeluk te wijten aan grove schuld van de bestuurder? De rechtsvraag leidt de rechter af uit de vordering van de eisende partij. …