Naar de inhoud

WOZ-waarde slooppand op vervuilde grond voldoende aannemelijk gemaakt I

Samenvatting

Belanghebbende, X bv, is eigenaar van een object op een industrieterrein. Het object bestond tot begin 2012 uit grond met daarop diverse opstallen. Op 20 mei 2011 heeft X bv een vergunning aangevraagd voor het verwijderen van asbest en het slopen van de opstallen op het perceel. De huurovereenkomst met de huurder van het object eindigde op 31 juli 2011. De vergunning is op 14 oktober 2011 verleend en de opstallen zijn in de loop van 2012 gesloopt. X bv biedt de grond thans te koop aan als bouwgrond. De bodem van het object is ernstig verontreinigd. In geschil is de waarde van het object op de waardepeildatum.

Rechtbank Gelderland gaat uit van de grondwaarde, nu sloop van de opstallen op de toestandsdatum al beoogd was. De heffingsambtenaar heeft de vergelijkingsmethode toegepast en daarna een waardevermindering toegepast in verband met vervuiling. De waarde van de grond dient inclusief btw te worden bepaald. Voor de waardevermindering hebben beide partijen een bedrag aan sloop- en saneringskosten op de waarde in mindering gebracht. De rechtbank is van oordeel dat de heffingsambtenaar bij deze waardedruk geen rekening behoefde te houden met btw. Voor de saneringskosten mocht de heffingsambtenaar uitgaan van de best biedende koper, dat wil zeggen een gebruiker die kan volstaan met een beperkte sanering. De rechtbank ziet geen aanleiding van een hoger bedrag aan saneringskosten uit te gaan dan de heffingsambtenaar heeft gehanteerd. Bovendien is de beschikte waarde lager dan de getaxeerde waarde.

(Beroep ongegrond.)

Commentaar

Omzetbelasting beïnvloedt – nog steeds – de hoogte van de WOZ-waarde. Zie de arresten van de Hoge Raad van 9 februari 2007, nrs…