Naar de inhoud

WOZ-waardering ziekenhuis

De Hoge Raad (ECLI:NL:HR:2016:2198) heeft onlangs uitspraak gedaan in een casus waarbij het om de WOZ-waardering van een ziekenhuis gaat. De Hoge Raad heeft met betrekking tot het ‘oprekken’ van de levensduur van oudere bouwelementen en de toepassing van de werktuigenvrijstelling als volgt geoordeeld.  

In de taxatiewijzers van de VNG die veelvuldig gebruikt worden door gemeenten wordt de waarde van een ouder pand rekenkundig verhoogd door de levensduur op te rekken. De Hoge Raad oordeelt dat dit oprekken van de levensduur, zonder acht te slaan op consequenties voor overige waardebepalende elementen, niet correct is en dat op zijn minst moet worden bekeken hoe de verlenging van de levensduur zich verhoudt tot de investeringen in de loop der tijd. 

Naast het oordeel over de levensduurverlenging, heeft de Hoge Raad het standpunt omtrent de vrijstelling van werktuigen in een ziekenhuis, gepreciseerd. Na in een eerder arrest te hebben vastgesteld dat in een ziekenhuis werktuigen aanwezig zijn die het medisch proces dienen en daardoor buiten de WOZ-waarde moeten worden gelaten, heeft de Hoge Raad in dit arrest aangegeven dat installaties waarvan meer dan 70% van de waarde kan worden toegewezen aan het medisch proces, geheel buiten de WOZ-waarde blijven.

[Hoge Raad 30 september 2016, ECLI:NL:HR:2016:2198]