Zakelijk recht van gebruik en bewoning tegen vergoeding was geen huur
X heeft in 1984 een woning overgedragen onder het voorbehoud van een zakelijk recht van gebruik en bewoning. Omdat in de akte is vastgelegd dat X periodiek een bepaalde vergoeding is verschuldigd, stelt X voor het Hof dat er sprake is van een huurovereenkomst.
Volgens het Hof is ten behoeve van X een zakelijk recht van gebruik en bewoning gevestigd. Dat daaraan een vergoeding is verbonden die meer omvat dan de door X daadwerkelijk gemaakte kosten en dat het maximum van de vergoeding is gekoppeld aan het maximum van de redelijke…