Aan gepensioneerde EOB-werknemer betaalde 'partiële compensatie’ is belast in Nederland
Samenvatting
Belanghebbende woont in Nederland en was werkzaam bij het Europees Octrooi Bureau (EOB). In 2009 is belanghebbende met pensioen gegaan. Van het EOB heeft hij in 2009 pensioen ontvangen, evenals een zogenoemde ‘partiële compensatie’ ter grootte van € 16.734. Deze compensatie is een tegemoetkoming voor de nationale belastingheffing over het pensioen. Anders dan salarisbetalingen aan werknemers van het EOB zijn pensioenbetalingen aan oud-werknemers wel onderworpen aan Nederlandse belastingheffing. Hof Den Haag (6 januari 2016, nr. 15/00300, NTFR 2016/826) heeft geoordeeld dat ook de ‘partiële compensatie’ in de Nederlandse IB kan worden betrokken. De Hoge Raad onderschrijft dat oordeel. De partiële compensatie is niet is aan te merken als (vrijgesteld) salaris of emolument. De voorrechten en immuniteiten voor medewerkers van het EOB zijn niet ontworpen om deze medewerkers een persoonlijk voordeel te verlenen, maar uitsluitend om een ongehinderd functioneren van deze organisatie te garanderen. Daarom valt niet in te zien waarom een nationale belastingheffing over een uitgekeerde pensioen een bedreiging zou kunnen vormen voor het ongehinderd functioneren van de organisatie.
(Cassatieberoep ongegrond.)
Feiten
2.1. In cassatie kan van het volgende worden uitgegaan.
2.1.1. Belanghebbende was tot zijn pensionering in 2009 werkzaam bij het Europees Octrooi Bureau (hierna: EOB) te Rijswijk. Sindsdien ontvangt belanghebbende, die in 2009 in Nederland woonde, een pensioen van het EOB.
2.1.2. Het EOB is een orgaan van de Europese Octrooi Organisatie (hierna: EOO), opgericht bij het Europees Octrooiverdrag (Trb. 1975, …