Naar de inhoud

Aanneemsom geldt niet als grondslag voor leges bouwen omdat gedeelte betrekking heeft op aanlegactiviteiten

Samenvatting

Belanghebbende heeft met een gemeente een aannemingsovereenkomst gesloten waarbij aan belanghebbende de opdracht is verstrekt voor het realiseren van een fietstunnel. Een onderdeel van de aannemingsovereenkomst betreft een inschrijfstaat waarin een specificatie van de kosten is opgenomen. In april 2015 is een omgevingsvergunning verleend en in navolging is een legesfactuur aan belanghebbende verzonden. In geschil is of het bedrag van de bouwkosten als grondslag voor de legesheffing juist is bepaald. Rechtbank Gelderland verwerpt de stelling van de heffingsambtenaar dat eerder een te laag bedrag aan leges is berekend omdat de overeengekomen aanneemsom voor het gehele project als heffingsgrondslag zou moeten worden genomen. In dit geval kan de aanneemsom namelijk niet gelden als de aanneemsom als bedoeld in de Legesverordening, omdat een deel van de aanneemsom geen betrekking heeft op het bouwen van de fietstunnel maar op de aanleg van de inrichting van het gebied eromheen. Over dat aanlegdeel kunnen alleen leges worden geheven naar een vast tarief. Het deel van de aanneemsom dat betrekking heeft op de kosten van aanleg mag niet meetellen bij het bepalen van de hoogte van de bouwkosten voor het bouwen van een fietstunnel. Gelet op de inschrijfstaat bij de aannemingsovereenkomst en het bedrag van de bouwkosten in de eigen aanvraag van belanghebbende voor de omgevingsvergunning is de heffingsambtenaar naar het oordeel van de rechtbank terecht uitgegaan van € 2.181.000 aan bouwkosten. De stelling van belanghebbende dat in de aanvraag omgevingsvergunning een aantal niet-vergunningsplichtige onderdelen is begrepen, waarover geen leges zijn verschuldigd, slaagt niet. De heffingsambtenaar heeft de aanvraag moeten beoordelen voor het gehele project, inclusief (eventuele) niet-vergunningsplichtige onderdelen (vgl. Hof Den Haag 24…