Naar de inhoud

Afschrijving CV-ketel (Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2015-299 d.d. 14 oktober 2015)

Consument heeft bij Verzekeraar een opstalverzekering. De toepasselijke bijzondere voorwaarden bepalen o.a. “verzekeraar vergoedt, behoudens de in de voorwaarden genoemde uitsluitingen tot ten hoogste het verzekerd bedrag per gebeurtenis: de herstelkosten van het beschadigde woonhuis (…)”.

Als gevolg van blikseminslag raakt een deel van de inboedel van Consument, alsmede de zes jaar oude CV-ketel, beschadigd. De CV-ketel kan niet meer gerepareerd worden en moet daarom worden vervangen. Verzekeraar houdt bij het vaststellen van de hoogte van de schadevergoeding rekening met de afschrijving van de ketel en past een aftrek toe van 20 procent. Consument wenst volledige vergoeding.

Volgens de Commissie gaat het om de vraag of Consument recht heeft op een volledige vergoeding van de nieuwe CV-ketel of dat terecht rekening is gehouden met afschrijving. Voorop staat, aldus de Commissie, dat voor de uitleg van de polisvoorwaarden bepalend is hetgeen partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan deze bepalingen mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten (HR 13 maart 1981, NJ 1981, 635 – Haviltex). Hierbij komt het in de eerste plaats aan op de bedoeling van partijen. In casu kan evenwel een gemeenschappelijke partijbedoeling niet worden vastgesteld.

Bij de uitleg van voorwaarden is niet de zuiver taalkundige uitleg van een bepaling doorslaggevend. Rekening dient mede te worden gehouden met de bijzondere omstandigheden van het geval. Een bijzondere omstandigheid in dezen is het feit dat de uit te leggen bepaling is opgenomen in verzekeringsvoorwaarden waarover niet is onderhandeld. In een dergelijk geval moeten de voorwaarden in beginsel objectief worden uitgelegd (Hof Leeuwarden 3 augustus…