Naar de inhoud

Aftrekbeperking deelnemingsrente

Per 1 januari 2013 geldt een nieuwe renteaftrekbeperking in de vennootschapsbelasting: de aftrekbeperking deelnemingsrente (ook wel 'bovenmatige deelnemingsrente' genoemd). De regeling beperkt de (bovenmatige) aftrek van renten en kosten van geldleningen die verband houden met de financiering van deelnemingen. Met deze maatregel hoopt de wetgever de verdere uitholding van de Nederlandse belastinggrondslag te voorkomen.

Heeft een vennootschap een deelneming verworven en is de aankoop geheel of gedeeltelijk gefinancierd met vreemd vermogen? Dan is de financieringsrente op deze deelneming niet aftrekbaar voor zover deze bovenmatig is en tevens een franchise van EUR 750.000 te boven gaat. Ook indien de deelneming is gefinancierd met een lening van een derde (bijvoorbeeld een bank), kan deze worden getroffen door de aftrekuitsluiting.

In de wet is een formule opgenomen om te bepalen of sprake is van bovenmatige deelnemingsrente. Daarvoor moet u de volgende stappen doorlopen.

  • Stap 1: Berekening van het gemiddelde bedrag aan deelnemingsschulden Deelnemingsschuld = verkrijgingsprijs deelnemingen -/- fiscaal eigen vermogen. Gemiddelde bedrag deelnemingsschulden = (deelnemingsschuld per 1 januari + deelnemingsschuld per 31 december) / 2.

  • Stap 2: Berekening van het gemiddelde totale bedrag aan schulden Gemiddelde totale bedrag aan schulden = (openstaande schulden per 1 januari + openstaande schulden per 31 december) / 2.

  • Stap 3: Berekening van het bedrag aan (niet-aftrekbare) bovenmatige deelnemingsrente Bovenmatige deelnemingsrente = totale bedrag aan renten en kosten schulden x (gemiddelde bedrag deelnemingsschulden / gemiddelde totale bedrag schulden). Dit bedrag aan renten en kosten is niet aftrekbaar indien en voor zover het bedrag boven EUR 750.000 uitstijgt.

Gevolgen voor de praktijk

Vanwege de drempel van EUR 750.000 aan…