Afvoer van hemelwater op een gemeentelijke sloot is een belastbaar feit voor de rioolheffing
Samenvatting
Belanghebbende heeft een stallings- en loodsbedrijf. Vanaf het perceel wordt het hemelwater via een eigen afwateringssysteem geloosd op één van de sloten die in eigendom zijn van de gemeente. Belanghebbende is het niet eens met de aan haar opgelegde aanslag rioolheffing. Het hof stelt vast dat de sloot via een ringvaart in verbinding staat met het Noordhollandsch Kanaal dat uiteindelijk in verbinding staat met de Noordzee. Het hof gaat er dan ook van uit dat het hemelwater in het oppervlaktewater terechtkomt. Het hof is van oordeel dat de sloot een voorziening is voor de inzameling van hemelwater. Het hof is van oordeel dat de gemeente met de (ruime) definitie van het begrip ‘gemeentelijke riolering’ in de verordening binnen de lijnen is gebleven van het in de Gemeentewet beoogde kader. Nu deze sloot (en/of de ondergrond ervan) in eigendom is van de gemeente, is deze een gemeentelijke riolering als bedoeld in de verordening. Evenals Rechtbank Noord-Holland 6 oktober 2016, nr. 15/5791 concludeert het hof dat het in de verordening vermelde belastbare feit zich heeft voorgedaan. Hieraan doet niet af dat het hoogheemraadschap het water van(af) de sloot verder afvoert dan wel dat de rol van de gemeente bij het uiteindelijk in de Noordzee afvoeren van het persceel van belanghebbende afstromende hemelwater betrekkelijk gering lijkt te zijn. De aanlag rioolheffing is terecht opgelegd.
(Hoger beroep ongegrond.)
Commentaar
‘Panta rhei’, zo luidt de gevleugelde uitspraak van de antieke filosoof Heraclitus. ‘Alles stroomt’, vaak afgesloten met ‘en niets beklijft’. Zo kan men niet tweemaal in dezelfde rivier staan omdat het…