Naar de inhoud

Art. 155a lid 1 Overgangswet NBW en de beschikkingsbevoegdheid van de rechtsopvolger

Overdracht of bezwaring netwerk na registratie op basis van art. 155a lid 1 Overgangswet NBW door de rechtsopvolger van degene die zich op 1 februari 2007 als eigenaar gedroeg

1. Inleiding

1.1. Wettelijk kader registratie netwerken

Op 1 februari 2007 heeft de wetgever een regeling over de eigendom van netwerken in het Burgerlijk Wetboek (“BW”) geïntroduceerd. Art. 5:20 lid 2 BW bepaalt dat de eigendom van een netwerk aan de bevoegde aanlegger dan wel diens rechtsopvolger toebehoort. Als een eigenaar zijn netwerk wil overdragen of bezwaren, dient het eerst te worden geregistreerd. Dit vindt plaats door inschrijving van een notariële registerverklaring in de openbare registers. De notaris dient bij de registratie van een netwerk te onderzoeken of degene die om registratie verzoekt daadwerkelijk de eigenaar is. Alleen als de notaris kan vaststellen dat de verzoekende partij de bevoegde aanlegger (dan wel diens rechtsopvolger) is, kan hij tot registratie overgaan.2

Na de invoering van art. 5:20 lid 2 BW bleek dat netwerkbedrijven ten aanzien van sommige oudere netwerken niet in staat waren het bevoegd aanleggerschap aan te tonen.3 In dit geval was registratie niet mogelijk. Dergelijke netwerken waren dan feitelijk niet overdraagbaar of te bezwaren met hypotheekrecht. De wetgever heeft dit probleem op 27 mei 2010 ondervangen door de invoering van art. 155a Overgangswet nieuw Burgerlijk Wetboek (“ONBW”). Deze overgangsregeling bepaalt dat degene die zich op 1 februari 2007 als eigenaar van een netwerk gedroeg, bevoegd is dat netwerk te registreren en als eigenaar over te dragen en te bezwaren (lid 1). Het bevoegd aanleggerschap hoeft in dit geval niet te worden…