Naar de inhoud

Art. - Art. 7:686 BW binnen de WWZ: een vreemde eend in de bijt of nieuw gemeengoed?

Met de Wet werk en zekerheid (WWZ) wordt het ontslagrecht opnieuw ontgonnen. De ontslaggronden worden bij wet voorgeschreven, de berekeningswijze van de vergoeding bij wet verankerd en het arbeidsprocesrecht wijzigt ingrijpend. Eén onderdeel van het arbeids(proces)recht blijft onveranderd. Dat is art. 7:686 Burgerlijk Wetboek (BW), het artikel dat de mogelijkheid biedt tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst op grond van wanprestatie van een van de partijen daarbij. Het brede toepassingsbereik van art. 7:685 oud BW heeft art. 7:686 BW de laatste decennia vrijwel volledig overschaduwd. Per 1 juli 2015 is art. 7:685 BW van het toneel verdwenen en worden de ontslaggronden door het nieuwe art. 7:669 BW voorgeschreven. De vraag is of dit nieuw licht laat schijnen op art. 7:686 BW en of dit artikel daardoor kan uitgroeien tot een nieuwe loot aan de boom van het ontslagrecht.

In dit artikel zullen wij twee vragen beantwoorden. De eerste vraag is of met een door de werkgever ingediend ontbindingsverzoek op grond van art. 7:686 BW de starre voorgeschreven ontslaggronden kunnen worden omzeild. De tweede vraag is of met een dergelijk ontbindingsverzoek betaling van de transitievergoeding kan worden ontlopen. Voor de beantwoording van deze vragen zal worden ingegaan op de ontstaansgeschiedenis van art. 7:686 BW en de – schaarse – toepassing daarvan tot op heden. Aan de hand van voorbeelden uit de rechtspraak zal vervolgens een verband worden gelegd naar de aard van het artikel in het bestek van de WWZ. Wij besluiten dit artikel met de beantwoording van de twee hiervoor genoemde…