Art. - De (on)mogelijkheid om dwangsommen te matigen op grond van de redelijkheid en billijkheid
Dwangsommen worden niet opgelegd als de veroordeelde buiten staat is aan de uit te spreken veroordeling te voldoen. Evenzo kunnen dwangsommen worden opgeheven, opgeschort en gematigd op grond van art. 611d Rv als sprake is van blijvende of tijdelijke gehele of gedeeltelijke onmogelijkheid. In de praktijk worden dwangsommen soms gematigd op grond van de redelijkheid en de billijkheid. In deze bijdrage wordt kritisch gekeken naar de huidige Nederlandse dwangsomregeling en wordt inzichtelijk gemaakt of het wenselijk is dat een dwangsom wordt gematigd als handhaving daarvan naar de maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is.
Op 10 maart 2017 deed de Haagse voorzieningenrechter uitspraak in een procedure tussen de Staatsloterij en Loterijverlies BV. Loterijverlies had op 8 en 9 maart 2017 conservatoire beslagen gelegd ten laste van de Staatsloterij. In een Verkort vonnis in kort geding van 10 maart 2017 werden – kort samengevat – de gelegde conservatoire beslagen opgeheven, het leggen van nieuwe beslagen bij ongewijzigde omstandigheden verboden, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 1.000.000 per overtreding van dit verbod en diende Loterijverlies bij toekomstige verzoeken voor verlof tot het leggen van conservatoir beslag ten laste van Staatsloterij een afschrift van dit vonnis te overleggen, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 1.000.000 per overtreding. Het maximum aan te verbeuren dwangsommen is bepaald op € 122.000.000. Ook werd bepaald dat ‘de op te leggen dwangsom vatbaar is voor matiging door de rechter, voor zover handhaving daarvan naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn, mede in aanmerking genomen de mate waarin aan de veroordeling is voldaan, de ernst van de…