Naar de inhoud

Art. - De reikwijdte van art. 9a Waadi

Het belemmeringsverbod in art. 9a van de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs (Waadi) verbiedt het degene die arbeidskrachten ter beschikking stelt belemmeringen in de weg te leggen voor de totstandkoming van een arbeidsovereenkomst tussen de ter beschikking gestelde werknemer en degene aan wie hij ter beschikking is gesteld na afloop van de terbeschikkingstelling. De literatuur en rechtspraak neigen ernaar dat dit verbod niet geldt voor ter beschikking gestelde werknemers die werkzaam zijn op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd met de werkgever die hen ter beschikking stelt. Naar onze mening behoeft dit standpunt nuancering.

1. Inleiding

Sinds 27 april 2012 bevat de Waadi een belemmeringsverbod. Art. 9a lid 1 Waadi verbiedt degene die arbeidskrachten ter beschikking stelt belemmeringen in de weg te leggen voor de totstandkoming van een arbeidsovereenkomst tussen de ter beschikking gestelde werknemer en degene aan wie hij ter beschikking is gesteld na afloop van de terbeschikkingstelling. Zo’n beding is nietig, met uitzondering van een beding op grond waarvan de inlener een redelijke vergoeding aan de uitlener is verschuldigd voor verleende diensten in verband met de terbeschikkingstelling, werving of opleiding van de desbetreffende arbeidskracht (art. 9a lid 2 Waadi).

De lijn in de literatuur en rechtspraak lijkt te zijn dat het belemmeringsverbod van art. 9a lid 1 Waadi niet geldt voor ter beschikking gestelde werknemers die een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd hebben met de werkgever die hen ter beschikking heeft gesteld. Hier worden in de regel twee redenen voor gegeven. Ten eerste dat doel en strekking van het belemmeringsverbod zich niet zouden uitstrekken tot ter beschikking gestelde werknemers met ‘vast werk’. Ten tweede dat de Nederlandse wetgever bij invoering van…