Art. - Deelgeschil over aansprakelijkheid voor schade: deelgeschilprocedure of bodemprocedure?
In deze bijdrage bespreekt de auteur dat het sinds het arrest HR 27 maart 2015, NJ 2016/77 (AIG/X) mogelijk is om een deelgeschil over aansprakelijkheid voor schade ook aan de rechter in een bodemprocedure voor te leggen. Zij bespreekt diverse verschillen tussen beide procedures met het doel om juristen met een letselschadepraktijk handvaten te bieden als zij hun cliënt moeten adviseren over de procesrechtelijke mogelijkheden en risico’s met betrekking tot deelgeschillen.
Inleiding
De deelgeschilprocedure is ingevoerd om partijen in geschillen over letsel- en overlijdensschade zo spoedig mogelijk duidelijkheid te bieden over hun deelgeschil.1
Volgens de wetgever vormt de procedure een aanvulling op de reeds bestaande procesrechtelijke instrumenten die gericht zijn op – of kunnen bijdragen aan – de beëindiging van een geschil anders dan door het voeren van een bodemprocedure. De eiser kan met een verklaring voor recht in de deelgeschilprocedure bewerkstelligen dat de rechter zich bijvoorbeeld alleen uitlaat over de vraag of de gedaagde aansprakelijk is jegens de eiser. Tot voor kort was het riskant om in een procedure ten principale (hierna: bodemprocedure2) alleen een verklaring voor recht te vorderen omdat de eiser op grond van vaste rechtspraak bijzondere omstandigheden moest aanvoeren die rechtvaardigden dat hij niet (ook) meteen een veroordeling tot een prestatie vorderde. Waren die bijzondere omstandigheden er niet, dan diende de eiser (zo nodig ambtshalve) niet ontvankelijk te worden verklaard wegens onvoldoende belang (art. 3:303 BW).3 De Hoge Raad is op 27 maart 2015 van die rechtspraak teruggekomen in die zin dat indien een verklaring voor recht wordt gevorderd dat aansprakelijkheid bestaat voor schade, de rechter ervan dient…