Art. - Reflecteren op de reflexwerking
Sinds de invoering van het BW in 1992 kent Nederland een algemenevoorwaardenregeling. Hoewel bij de totstandkoming van de regeling consumentenbescherming hoog in het vaandel stond, is de regeling ook op kleinere, in Nederland gevestigde ondernemingen van toepassing. De behandeling van consumenten en ondernemingen kent echter een eigen regime.
1. Inleiding
Op 1 januari 1992 werd afdeling 6.5.3 BW van kracht als onderdeel van de invoering van de boeken 3, 5 en 6 BW. Afdeling 6.5.3 BW bevatte een regeling over algemene voorwaarden, iets wat onder het oude recht nog niet in het BW was geregeld. De wederpartij van de gebruiker kreeg een tweetal vernietigingswapens aangereikt. Daarbij voorzag de nieuwe regeling in een zwarte lijst van bedingen die jegens consumenten sowieso niet gehanteerd mogen worden en een grijze lijst van bedingen die jegens consumenten op het verdachtenbankje zitten.
Ook ondernemers (tot een bepaalde grootte) mochten zich beroepen op de vernietigingswapens. Onduidelijk bleef of hen een afgeleid beroep op de consumentenlijsten toekomt. Dit wordt in de literatuur en de rechtspraak de reflexwerking genoemd. Inmiddels is afdeling 6.5.3 BW 25 jaar van kracht en zijn met name in 2015 en 2016 veel uitspraken gewezen, waarin de reflexwerking aan de orde was. In dit artikel wordt onderzocht, wat reflexwerking is en in hoeverre deze nog leeft.1 Allereerst echter zal ik de inhoudstoetsing van algemene voorwaarden waarbij beide partijen (gebruiker en wederpartij) ondernemer zijn, kort bespreken.