Beroep niet-ontvankelijk ondanks ontbreken rechtsmiddelenverwijzing
Samenvatting
Aan belanghebbende is een aanslag IB/PVV opgelegd, die naar aanleiding van het bezwaar van belanghebbende wordt verminderd. Belanghebbende krijgt een bezwaarkostenvergoeding. Vervolgens stelt de gemachtigde de inspecteur in gebreke wegens het niet tijdig doen van een uitspraak op bezwaar. Op 22 december 2014 ontvangt de gemachtigde de uitspraak op het bezwaarschrift, maar hierin ontbreekt een rechtsmiddelenverwijzing. Bij kennisgeving van 12 maart 2015, met het opschrift ‘Uitspraak op bezwaar’, wordt vervolgens nog eens bevestigd dat het verzamelinkomen is vastgesteld conform de aangifte. Tegen deze kennisgeving gaat de gemachtigde in beroep. Het hof oordeelt dat de brief van 22 december 2014 als uitspraak op bezwaar moet worden aangemerkt. Verondersteld mag worden dat de gemachtigde kennis heeft van de jurisprudentie omtrent het doen van uitspraak op bezwaar. Het hof leidt uit de verklaring van de gemachtigde ter zitting af dat hij ook heeft beseft dat met de brief van 22 december 2014 materieel op alle punten van het bezwaar is beslist. Hij heeft er echter voor gekozen om de brief niet als uitspraak aan te merken, zodat (in zijn opvatting) de dwangsomtermijn zou doorlopen, waarbij hij zich in een latere juridische procedure op het standpunt wilde stellen dat een uitspraak zonder rechtsmiddelenverwijzing geen uitspraak op bezwaar is en dat de inspecteur daarom het maximale bedrag van de dwangsom heeft verbeurd. Naar het oordeel van het hof moet worden aangenomen dat de gemachtigde heeft beseft dan wel had moeten beseffen dat de brief van 22 december 2014 de uitspraak op bezwaar vormde en dat daags daarna de beroepstermijn een aanvang nam. Hij heeft vanwege de door hem veronderstelde mogelijkheid een (hogere) dwangsom te verkrijgen…