Naar de inhoud

Boekbespreking: F.W.J.M. Schols, Quasi-erfrecht

In december 2005 heeft Freek W.J.M. Schols zijn proefschrift over Quasi-erfrecht met bindende elementen verdedigd. De handelseditie is verschenen bij Kluwer in de serie Publicaties vanwege het Centrum voor Notarieel Recht. Bij de bespreking van dit proefschrift zal de nadruk iets meer liggen op de regeling van de quasi-legaten. Het Duitse erfrecht zal summier worden besproken.

De titel van het proefschrift is ingegeven door het feit dat in de volksmond wordt gesproken van ‘het contract op de langstlevende’ wanneer men wil aangeven dat er door partners over en weer uiterste wilsbeschikkingen zijn gemaakt. De partners verkeren vaak - mede door het gelijktijdig testeren - in de veronderstelling dat er een overeenkomst bestaat welke niet eenzijdig kan worden verbroken.

De auteur behandelt eerst het begrip uiterste wilsbeschikking en haar herroepelijkheid. Vervolgens komt aan de orde het verbod om de uitoefening van erfrechtelijke bevoegdheden te belemmeren en het verbod om overeenkomsten te sluiten over nog niet opengevallen nalatenschappen. Daarna onderwerpt hij enkele quasi-legaten aan een kritische analyse. Vervolgens staat hij eerst kort stil bij de in 2003 afgeschafte regeling inzake contractuele erfstellingen en legaten, om vervolgens een blik over de Nederlandse oostgrens te werpen: het in Duitsland geldende ‘gemeinschaftliches Testament’ en de ‘Erbvertrag’ worden besproken om, zoals de auteur schrijft, ‘inspiratie op te doen’.1 Hij eindigt met enkele conclusies.

1 De uiterste wilsbeschikking

In hoofdstuk I bespreekt de auteur enkele elementen van de wettelijke definitie van de uiterste wilsbeschikking. Omdat de uiterste wilsbeschikking als eenzijdig wordt gedefinieerd, kan een overeenkomst met werking na overlijden geen uiterste wilsbeschikking zijn. Een uiterste wilsbeschikking…