De bestuursrechter kan de indiener van het beroepschrift in de gelegenheid stellen schriftelijk te repliceren. In dat geval wordt het bestuursorgaan in de gelegenheid gesteld schriftelijk te dupliceren. De bestuursrechter stelt de termijnen voor repliek en dupliek vast.
Commentaar op Algemene wet bestuursrecht Artikel 8:43 (Schriftelijk repliek en dupliek). (artikeltekst geldig vanaf 2013-01-01)
Artikel 8:43 Repliek en dupliek op beroepschrift Tekst van de hele regeling
De bestuursrechter stelt andere partijen dan de in het eerste lid bedoelde in de gelegenheid om ten minste eenmaal een schriftelijke uiteenzetting over de zaak te geven. Hij stelt hiervoor een termijn vast.
Kern van het wetsartikel
Dit artikel regelt de mogelijkheid van repliek en dupliek.
Beschrijving van de wijzigingen
Wijziging per 1 januari 2013
Per 1 januari 2013 is ‘rechtbank’ vervangen door: bestuursrechter.
Voor de wetstechnische informatie verwijzen wij u naar de wetstechnische informatie van de regeling.
Commentaar
1. Algemeen
De indiener van het beroepschrift kan reageren op het verweerschrift dat het bestuursorgaan heeft ingediend. Daar is geen toestemming van de rechtbank voor nodig. Stelt de rechtbank de indiener van het beroepschrift expliciet in de gelegenheid te reageren, dan spreken we van repliek. Dat is onder meer van belang bij een eventuele proceskostenveroordeling, een ongevraagde reactie komt niet voor vergoeding in aanmerking. Uit eigen beweging ingezonden commentaar kan niet als repliek worden gekwalificeerd (CRvB 30 mei 1997, nr. 95/7981 AAW/WAO, RSV 1997/302).
Zoals gezegd kan de rechtbank de indiener van een beroepschrift de gelegenheid bieden om een repliekschrift in te dienen (lid 1). In dat geval wordt het bestuursorgaan in de gelegenheid gesteld van dupliek…