Naar de inhoud

Commentaar op Algemene wet bestuursrecht Artikel 8:69 (Grondslag uitspraak). (artikeltekst geldig vanaf 2013-01-01)

Commentaar is bijgewerkt tot 2 januari 2018 door mr. J.E. Jansen

Artikel 8:69 Grondslag uitspraak van bestuursrechter Tekst van de hele regeling

1.

De bestuursrechter doet uitspraak op de grondslag van het beroepschrift, de overgelegde stukken, het verhandelde tijdens het vooronderzoek en het onderzoek ter zitting.

2.

De bestuursrechter vult ambtshalve de rechtsgronden aan.

3.

De bestuursrechter kan ambtshalve de feiten aanvullen.

Kern van het wetsartikel

De omvang van het geding moet overeenkomstig dit artikel worden vastgesteld.

Beschrijving van de wijzigingen

Wijziging per 1 januari 2013

Per 1 januari 2013 is ‘rechtbank’ vervangen door: bestuursrechter.

Voor de wetstechnische informatie verwijzen wij u naar de wetstechnische informatie van de regeling.

Commentaar

1. Algemeen

Uitgangspunt bij de totstandkoming van de Awb is geweest dat de rechter individuele rechtsbescherming moet bieden en niet het objectieve recht moet handhaven. Daaruit vloeit voort dat de rechter zich primair moet richten op het geschil zoals dat door partijen wordt gepresenteerd door middel van het beroepschrift, de overgelegde stukken (waaronder het besluit op bezwaar), het verhandelde tijdens het vooronderzoek en het onderzoek ter zitting. Hiermee wordt de buitengrens van het geding bij de rechter aangegeven.

Behoudens bepalingen van openbare orde heeft de rechtbank zich blijkens lid 1 in haar toetsing te beperken tot de door appellant aangedragen beroepsgronden (