Naar de inhoud

Commentaar op Algemene wet bestuursrecht Artikel 8:86 (Kortsluiting). (artikeltekst geldig vanaf 2013-01-01)

Commentaar is bijgewerkt tot 2 januari 2018 door mr. J.E. Jansen

Artikel 8:86 Kortsluiting bij bestuursrechter Tekst van de hele regeling

1.

Indien het verzoek wordt gedaan indien beroep bij de bestuursrechter is ingesteld en de voorzieningenrechter van oordeel is dat na de zitting, bedoeld in artikel 8:83, eerste lid, nader onderzoek redelijkerwijs niet kan bijdragen aan de beoordeling van de zaak, kan hij onmiddellijk uitspraak doen in de hoofdzaak.

2.

Indien de bestuursrechter in eerste en hoogste aanleg uitspraak doet, kan het eerste lid slechts worden toegepast indien partijen daarvoor toestemming hebben gegeven.

3.

Partijen worden in de uitnodiging, bedoeld in artikel 8:83, eerste lid, gewezen op de bevoegdheid, bedoeld in het eerste lid, en indien de bestuursrechter in eerste en hoogste aanleg uitspraak doet, tevens op de voorwaarde, bedoeld in het tweede lid.

Kern van het wetsartikel

De voorzieningenrechter kan onmiddellijk uitspraak doen in de hoofdzaak.

Beschrijving van de wijzigingen

Wijziging per 1 januari 2013

Per 1 januari 2013 is ‘rechtbank’ vervangen door: bestuursrechter. Lid 2 luidde tot die datum: Op deze bevoegdheid van de voorzieningenrechter worden partijen in de uitnodiging, bedoeld in artikel 8:83, eerste lid, gewezen.

Wijziging per 1 januari 2002

Per 1 januari 2002 is ‘de president’ vervangen door: de voorzieningenrechter.

Voor de wetstechnische informatie verwijzen wij u naar de wetstechnische informatie van de regeling.

Commentaar

1. Algemeen

Als tijdens (hoger) beroep om een voorlopige voorziening is verzocht, dan kan de voorzieningenrechter onmiddellijk uitspraak doen in de hoofdzaak…