Naar de inhoud

Commentaar op Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft art. 86f en 86g


Commentaar is bijgewerkt tot 19-10-2016 door mw. mr. J.M. van Poelgeest

Artikel 86f Tekst van de hele regeling

1.

Een financiëledienstverlener verstrekt voorafgaand aan het verlenen van een financiële dienst inzake een financieel product als bedoeld in artikel 86c, eerste lid, een dienstverleningsdocument aan de consument of, indien het een verzekering betreft, de cliënt, dat betrekking heeft op de gevraagde dienstverlening.

2.

Het dienstverleningsdocument bevat de volgende informatie over de financiëledienstverlener en zijn dienstverlening:

  1. of hij adviseert, en zo ja, of dit geschiedt op grond van een objectieve analyse;

  2. of hij een contractuele verplichting heeft om uitsluitend voor een of meer bepaalde aanbieders te bemiddelen, in welk geval hij desgevraagd aan de consument of de cliënt de namen van deze aanbieders meedeelt;

  3. of hij geen contractuele verplichting heeft uitsluitend voor een of meer aanbieders te bemiddelen, en niet adviseert op grond van een objectieve analyse, in welk geval hij de consument of cliënt desgevraagd tevens de namen meedeelt van de aanbieders waarvoor hij bemiddelt of kan bemiddelen;

  4. of hij naast het geven van advies ook bemiddelt, in welk geval hij de hoogte van de kosten die hiervoor in rekening worden gebracht, weergeeft in de totale kosten van de dienstverlening, bedoeld in de onderdelen i en j;

  5. of hij na de totstandkoming van de overeenkomst andere diensten voor de consument of cliënt kan verrichten, in welk geval hij de wijze waarop hij de kosten die voor deze diensten in rekening worden gebracht, meedeelt;

  6. of hij uitsluitend adviseert over eigen producten, dan wel tevens over producten van andere aanbieders;

  7. of hij een gekwalificeerde deelneming in een bepaalde aanbieder of een moedermaatschappij van een bepaalde aanbieder houdt;

  8. of een bepaalde aanbieder of een moedermaatschappij van een bepaalde aanbieder een gekwalificeerde deelneming in hem houdt;

  9. indien hij een bemiddelaar of adviseur is die niet tevens aanbiedt: het nominale bedrag van de beloning die door hem gemiddeld voor de financiële dienst in rekening wordt gebracht, alsmede de manier waarop deze beloning bij de consument of cliënt in rekening wordt gebracht;

  10. indien hij een aanbieder is: de nominale kosten die door hem gemiddeld bij de consument of cliënt in rekening worden gebracht voor advies en distributie van een financieel product dat beantwoordt aan de dienstverleningsvraag, alsmede de wijze waarop deze kosten in rekening worden gebracht; en

  11. andere bij ministeriële regeling bepaalde informatie.

3.

Indien de financiëledienstverlener op grond van het tweede lid, onderdelen f, g, en h, tevens andere belangen bij het verlenen van een financiële dienst heeft dan het belang van de consument of cliënt, wijst hij de consument of cliënt erop dat deze belangen ertoe kunnen leiden dat bepaalde financiële producten worden geadviseerd.

4.

Een objectieve analyse als bedoeld in het tweede lid, onderdeel a, is een analyse van een toereikend aantal op de markt verkrijgbare vergelijkbare financiële producten die de adviseur of bemiddelaar in staat stelt een financieel product aan te bevelen dat aan de dienstverleningsvraag van de consument of, indien het een verzekering betreft, de cliënt beantwoordt.

5.

De financiëledienstverlener publiceert, indien hij beschikt over een website, het dienstverleningsdocument op zijn website.

6.

Het dienstverleningsdocument wordt verstrekt door de financiëledienstverlener die rechtstreeks door de consument of cliënt is benaderd voor het verlenen van de financiële dienst.

7.

De Autoriteit Financiële Markten kan nadere regels stellen met betrekking tot de gevraagde dienstverlening, bedoeld in het eerste lid, de informatie, bedoeld in het tweede en derde lid, alsmede de vormgeving en wijze van verstrekking van het dienstverleningsdocument.

Artikel 86g Tekst van de hele regeling

1.

Een aanbieder die een dienstverleningsdocument dient te verstrekken, stelt een kostprijsmodel op. Dit kostprijsmodel wordt gebruikt voor de berekening van de advieskosten en distributiekosten die zijn gericht op het tot stand brengen van een overeenkomst ten aanzien van producten als bedoeld in artikel 86c met een consument of, indien het een verzekering betreft, cliënt.

2.

De aanbieder laat de juistheid van het kostprijsmodel controleren door een accountant. Tevens controleert een accountant jaarlijks of de begrote advieskosten en distributiekosten juist en volledig zijn toegerekend aan de financiële producten, bedoeld in het eerste lid.

A: Inleiding

De artikelen 86f en 86g Bgfo zien op de verplichting om een dienstverleningsdocument te verstrekken en voor directe aanbieders om een kostprijsmodel te hanteren. 

B: Wetstechnische informatie

Voor de wetstechnische informatie verwijzen wij u naar de historische informatie bij Artikel 86f, Artikel 86g.

C: Kernproblematiek

C.1: Artikel 86f Bgfo 

Artikel 86f Bgfo bepaalt dat de financiële dienstverlener een dienstverleningsdocument verstrekt in verband met producten waarvoor het in artikel 86c Bgfo neergelegde provisieverbod geldt. Het artikel is ingevoerd bij het Wijzigingsbesluit financiële markten 2012 1 en is gebaseerd op artikel 4:25b Wft.

Het dienstverleningsdocument beoogt (potentiële) klanten te informeren over de (gemiddelde) kosten van dienstverlening en het type dienstverlening. De klant kan door middel van het dienstverleningsdocument verschillende dienstverleners met elkaar vergelijken. Om de vergelijking eenvoudiger te maken is het dienstverleningsdocument gestandaardiseerd. Ieder dienstverleningsdocument moet ten minste de in lid 2 genoemde onderwerpen bevatten. De AFM heeft een 'dvd-generator' beschikbaar gesteld waarmee het dienstverleningsdocument in het standaardformat kan worden opgesteld.2

Het dienstverleningsdocument moet op de website van de dienstverlener worden gepubliceerd. Daarnaast wordt het dienstverleningsdocument verstrekt door de dienstverlener die door de klant is benaderd voor het verlenen van dienst. Als de klant dus een bemiddelaar heeft benaderd, verstrekt de bemiddelaar een dienstverleningsdocument, terwijl bij execution only via de aanbieder, de aanbieder het dienstverleningsdocument zal verstrekken.

Het dienstverleningsdocument dient te worden onderscheiden van de dienstenwijzer. De dienstenwijzer is een document waarin veelal gegevens staan over de financiële dienstverlener en waarin de klachtenprocedure is opgenomen, waarmee invulling kan worden gegeven aan de verplichte precontractuele informatie genoemd in artikel 57 Bgfo.

C.2: Artikel 86g Bgfo

Artikel 86g Bgfo is ingevoerd bij het Wijzigingsbesluit financiële markten 2012.3 Dit artikel is gebaseerd op artikel 4:25b Wft.

Artikel 86 Bgfo bepaalt dat aanbieders die een dienstverleningsdocument moeten verstrekken (dus rechtstreekse aanbieders) een kostprijsmodel dienen te ontwikkelen waarmee de advies- en distributiekosten worden berekend.

De advies- en distributiekosten hebben betrekking op de eerste fase van een klantcontact tot het sluiten van de overeenkomst. Voor de berekening van de advies- en distributiekosten worden alle (directe en indirecte) kosten van dienstverlening meegenomen die zijn toe te rekenen aan advies en zijn gericht op het tot stand brengen van een overeenkomst met betrekking tot het product.

Onder advieskosten vallen blijkens de toelichting in ieder geval de kosten voor de volgende werkzaamheden:

  • het inwinnen van informatie over de cliënt;
  • het informeren van de cliënt over de inhoud van de dienstverlening;
  • inventarisatie van de behoeften en het profiel van de cliënt; en
  • het advies op basis van de verzamelde informatie.

Onder distributiekosten worden blijkens de toelichting de kosten verstaan voor:

  • het completeren van het dossier ten behoeve van de aanvraag van de offerte;
  • het ondersteunen van de consument/cliënt bij de aanvraag en bij het aangaan van een overeenkomst inzake het desbetreffende product; en
  • de kosten voor het maken van reclame-uitingen voor bovengenoemde werkzaamheden en voor advies.

De kosten die moeten worden meegenomen in de berekening van de advies- en distributiekosten zijn: personeelskosten (eigen personeel en externe inhuur), managementkosten, reclamekosten, automatiseringskosten en kantoorkosten voor zover die gericht zijn op het tot stand brengen van een overeenkomst met een consument of, indien het een verzekering betreft, een cliënt inzake het desbetreffende product en een winstmarge. Personeelskosten zijn in ieder geval salariskosten, onkostenvergoedingen, opleidingskosten van de adviseurs en het overige personeel dat klantgesprekken voert en werkzaamheden gericht op het tot stand brengen van de overeenkomst met betrekking tot het desbetreffende financieel product. Managementkosten zijn in ieder geval de salariskosten, onkostenvergoedingen, opleidingskosten en kantoorkosten van de leidinggevende van adviseurs en andere medewerkers die werkzaamheden verrichten met betrekking tot de totstandkoming van de overeenkomst ten aanzien van het desbetreffende financieel product. Kosten voor reclame omvat in ieder geval die kosten die direct gekoppeld zijn aan het onder de aandacht brengen van het advies en het klantcontact over producten en de productaanvraag (exclusief reclame voor het product). Tevens behelst dit de logistiek om met een potentiële of bestaande klant een afspraak te maken. Automatiseringskosten zijn in ieder geval kosten van adviesapplicaties en klantcontactapplicaties (inclusief huur-, lease,- afschrijvingskosten en personeelskosten). Kantoorkosten zijn in ieder geval kosten met betrekking tot huisvesting van adviseurs en medewerkers die klanten ondersteunen bij genoemde werkzaamheden. Tevens kunnen onder kantoorkosten worden verstaan: kosten met betrekking tot werkplekken en kosten met betrekking tot administratieve en facilitaire ondersteuning van de adviseurs en medewerkers.4

Deze kosten komen vervolgens terug in het dienstverleningsdocument. Deze kosten moeten rechtstreeks in rekening worden gebracht bij de klant zodat het voor de klant inzichtelijk is wat de kosten zijn in verband met het tot stand brengen van de overeenkomst.

De juistheid van het kostprijsmodel moet worden gecontroleerd door een accountant.

1
Stb. 2012, 695. Daarvoor was in artikel 149b Bgfo een verplichting opgenomen voor adviseurs en bemiddelaars om bij complexe producten en hypothecair krediet een dienstverleningsdocument aan de klant te verstrekken waarin informatie moest zijn opgenomen over de aard en reikwijdte van de dienstverlening en de wijzen en hoogte van beloning. Met de introductie van dit artikel is de verplichting om een dienstverleningsdocument te verstrekken uitgebreid naar aanbieders en gevolmachtigde agenten.
2
http://www.digitaal.loket.afm.nl/nl-NL/Diensten/FinancieelDienstverleners/Pages/dvd-generator.aspx
4
Stb. 2012, 695, p. 93-94.

D: Jurisprudentie uitgebreid

Bij dit artikel is nog geen belangrijke jurisprudentie aanwezig.

E: Jurisprudentie nieuw

Meest recente jurisprudentie over Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft artikel 86f; artikel 86g.

F: Literatuurverwijzing

  • B. Bierman, F. van der Eerden (e.a.), Hoofdlijnen Wft, Deventer: Kluwer 2015.
  • M.L. Louisse en J.M. van Poelgeest, 'Het Provisieverbod en het kostprijsmodel: beter voor de klant?', Bank en Effectenrecht 2012, p. 107-110.
  • J.M. van Poelgeest, Kredietverstrekking aan consumenten, Deventer: Kluwer 2015.
  • D.R. Schotsman (red.), Praktijkgids Wft, Amsterdam: NIBESVV 2013.