Voor zover bij de statuten niet anders is bepaald, zijn aan alle aandelen in verhouding tot hun bedrag gelijke rechten en verplichtingen verbonden.
Commentaar op Burgerlijk Wetboek Boek 2 art. 92 (OR-algemeen)
Commentaar is bijgewerkt tot 19-11-2017 door prof. mr. H.M. Vletter-van Dort en mr.drs. A.A. Bootsma
Artikel 92 Tekst van de hele regeling
De naamloze vennootschap moet de aandeelhouders onderscheidenlijk certificaathouders die zich in gelijke omstandigheden bevinden, op dezelfde wijze behandelen.
De statuten kunnen bepalen dat aan aandelen van een bepaalde soort bijzondere rechten als in de statuten omschreven inzake de zeggenschap in de vennootschap zijn verbonden.
A: Inleiding
In artikel 2:92 BW is het gelijkheidsbeginsel neergelegd zoals dat geldt in het vennootschapsrecht. Het tweede lid van het artikel is in werking getreden per 1 september 1981 bij de Wet aanpassing van wetgeving aan de tweede EG richtlijn. Bij de Wet tot wijziging van Boek 2 BW in verband met de herziening van het preventief toezicht is het derde lid toegevoegd.
B: Wetstechnische informatie
Voor de wetstechnische informatie verwijzen wij u naar de wetstechnische informatie van de regeling.
C: Kernproblematiek
C.1: Gelijke rechten plichten (lid 1)
Krachtens lid 1 zijn aan alle aandelen in verhouding tot hun bedrag gelijke rechten en plichten verbonden, tenzij de statuten anders bepalen. Bepalend is in de eerste plaats de nominale waarde van de aandelen. Als een vennootschap aandelen heeft gecreëerd met een verschillende nominale waarde kunnen op de aandelen die een hogere nominale waarde hebben naar verhouding meer stemmen worden uitgebracht. Lid 1 sluit niet uit dat de vennootschap verschillende soorten aandelen uitgeeft. De belangrijkste…