Natuurlijke vruchten zijn zaken die volgens verkeersopvatting als vruchten van andere zaken worden aangemerkt.
Commentaar op Burgerlijk Wetboek Boek 3 art. 9 (Vermogensrecht)
Commentaar is bijgewerkt tot 14-11-2014 door mr. A.J. van der Lely en mr. E. Hallebeek
Artikel 9 Tekst van de hele regeling
Burgerlijke vruchten zijn rechten die volgens verkeersopvatting als vruchten van goederen worden aangemerkt.
De afzonderlijke termijnen van een lijfrente gelden als vruchten van het recht op de lijfrente.
Een natuurlijke vrucht wordt een zelfstandige zaak door haar afscheiding, een burgerlijke vrucht een zelfstandig recht door haar opeisbaar worden.
A: Inleiding
Wat betreft wetsgeschiedenis en jurisprudentie tot heden bijgewerkt.
B: Wetstechnische informatie
Voor de wetstechnische informatie verwijzen wij u naar de wetstechnische informatie van de regeling.
C: Kernproblematiek
Artikel 9 geeft definities van natuurlijke vruchten (lid 1), burgerlijke vruchten (lid 2) en termijnen van lijfrente (lid 3). Voor de beantwoording van de vraag wat een vrucht is, is de verkeersopvatting beslissend. Bij natuurlijke vruchten gaat het om producten van moeder natuur. Men moet dan denken aan, onder meer, appels en peren. Eieren zijn geen vruchten van een kip en kalveren zijn geen vruchten van een koe (HR 24 maart 1995, NJ 1996, 158, m.nt. WMK, ECLI:NL:HR:1996:ZC1680). Het leggen van een ei en het werpen van een kalf zijn voorbeelden van afscheiding van bestanddelen die aldus zelfstandige zaken worden.
Burgerlijke vruchten en termijnen van lijfrente worden samen ook wel economische vruchten genoemd. Een economische vrucht is meestal geld of een alternatief voor geld (stockdividend, betaling…