Naar de inhoud

Commentaar op Burgerlijk Wetboek Boek 3 art. 93 (Vermogensrecht)


Commentaar is bijgewerkt tot 16-02-2018 door mr. F.M. van Peski

Artikel 93 Tekst van de hele regeling

De levering, vereist voor de overdracht van een recht aan toonder waarvan het toonderpapier in de macht van de vervreemder is, geschiedt door de levering van dit papier op de wijze en met de gevolgen als aangegeven in de artikelen 90, 91 en 92. Voor overdracht van een recht aan order, waarvan het orderpapier in de macht van de vervreemder is, geldt hetzelfde, met dien verstande dat voor de levering tevens endossement vereist is.

A: Inleiding

Wat betreft wetsgeschiedenis en jurisprudentie tot heden bijgewerkt.

B: Wetstechnische informatie

Voor de wetstechnische informatie verwijzen wij u naar de historische informatie bij Artikel 93.

C: Kernproblematiek

C.1: Bijzondere regelingen

Artikel 3:93 BW geeft de leveringswijze van rechten aan toonder en order waarvan het toonder- of orderpapier zich in de macht van de vervreemder bevindt. Het recht op toonder of order wordt geleverd op dezelfde wijze als een roerende zaak, niet-registergoed, dat wil zeggen door machtsverschaffing of bezitsverschaffing van het papier. Voor een recht op order is tevens endossement vereist.

Voor sommige rechten aan toonder respectievelijk order gelden bijzondere regels. Zie voor wissels artikel 110 WvK, voor orderbriefjes artikel 176 WvK en voor cheques artikel 191 WvK.

C.2: In de macht van de vervreemder

Artikel 3:93 BW is alleen van toepassing indien het order- of toonderpapier zich in de macht van de vervreemder bevindt. Dit betekent dat de vervreemder bezitter of houder van het papier moet zijn. Zowel het bezit als het houderschap kan zowel middellijk als onmiddellijk zijn. Indien het papier zich in de macht van de vervreemder bevindt, kan het order- of toonderrecht niet langs de weg van artikel 3:94 BW worden geleverd. Bevindt het order- of toonderpapier zich echter niet in de macht van de vervreemder, dan dient het order- of toonderrecht wel langs de weg van artikel 3:94 BW te worden geleverd en dus niet door middel van een akte als bedoeld in artikel 3:95 BW.

C.3: Zakenrechtelijke papieren

Zakenrechtelijke papieren zijn papieren die een recht op uitlevering van roerende zaken belichamen. Overdracht van het recht op aflevering door middel van het papier geldt als levering van de zaken. Voor de ceel is dit bepaald in artikel 7:607 BW en voor het cognossement in de artikelen 8:417 BW en 8:924 BW.

C.4: Schakelbepalingen

Artikel 3:93 BW is van overeenkomstige toepassing op de levering van een aandeel in een recht aan toonder of order en op de vestiging van een beperkt recht aan toonder of order. Artikel 3:236 lid 1 BW bepaalt voor de vestiging van een recht van vuistpand op een recht aan toonder of order dat het toonder- of orderpapier in de macht van de pandhouder of een overeengekomen derde wordt gebracht. Voor de verpanding van een recht aan order is tevens endossement vereist. Artikel 3:237 BW bepaalt dat een stil pandrecht op een recht aan toonder wordt gevestigd door een authentieke of geregistreerde onderhandse akte zonder dat het toonderpapier in de macht van de pandhouder of een derde wordt gebracht. Aangenomen wordt dat het vereiste van endossement eraan in de weg staat dat een stil pandrecht op een recht aan order wordt gevestigd.

D: Jurisprudentie uitgebreid

Bij dit artikel is nog geen belangrijke jurisprudentie aanwezig.

E: Jurisprudentie nieuw

Meest recente jurisprudentie over Burgerlijk Wetboek Boek 3 artikel 93.

F: Literatuurverwijzing

Bij dit artikel is nog geen belangrijke literatuur aanwezig.