Naar de inhoud

Commentaar op Burgerlijk Wetboek Boek 6 art. 232 (Letselschade) en (Vermogensrecht)


Commentaar is bijgewerkt tot 12-11-2016 door mr. T.G.G. Raijmakers

Artikel 232 Tekst van de hele regeling

Een wederpartij is ook dan aan de algemene voorwaarden gebonden als bij het sluiten van de overeenkomst de gebruiker begreep of moest begrijpen dat zij de inhoud daarvan niet kende.

A: Inleiding

Algemene voorwaarden kunnen – net als overige contractuele bedingen – in beginsel pas tot de inhoud van een overeenkomst gaan behoren nadat de ene partij (gebruiker) ze aan de ander aanbiedt en de andere partij (gebruiker) de gelding ervan aanvaardt. Voor het antwoord op de vraag of algemene voorwaarden tot de contractsinhoud behoren, komt dan ook betekenis toe aan algemeen verbintenisrechtelijke leerstukken zoals het model van aanbod en aanvaarding (artikel 6:217 e.v. BW) en de wilsvertrouwensleer (artikel 3:33 e.v. BW) (zie HR 20 november 1981, NJ 1982, 517, ECLI:NL:HR:1981:AG4267 (Holleman/De Klerk)). Vanuit rechtszekerheidsoverweging heeft de wetgever gekozen voor een 'snelle' aanvaarding, waarbij de wederpartij ook gebonden is als zij de inhoud van de algemene voorwaarden niet kende, terwijl de bescherming van de wederpartij gewaarborgd is door in artikel 6:233 e.v. BW diverse vernietigingsgronden op te nemen, waarbij met name de regeling ten aanzien van onredelijk bezwarende bedingen in het oog springt.

Kenmerkend voor de praktijk van algemene voorwaarden is dat de wederpartij veelal akkoord gaat zonder de afzonderlijke clausules inhoudelijk te hebben bestudeerd. De wet geeft in artikel 6:233 BW dat de totstandkomingsdiscusssie…