Naar de inhoud

Commentaar op Vreemdelingenwet 2000 art. 19 (Migratierecht)


Commentaar is bijgewerkt tot 25-10-2016 door mr. D.S. Arjun Sharma

Artikel 19 Tekst van de hele regeling

De verblijfsvergunning voor bepaalde tijd kan worden ingetrokken op de gronden bedoeld in artikel 18, eerste lid, met uitzondering van onderdeel b, en wordt ingetrokken indien aan de houder daarvan ambtshalve een verblijfsvergunning als bedoeld in artikel 28, eerste lid, onderdeel d, wordt verleend.

A: Inleiding

In artikel 19 Vw 2000 zijn de gronden opgenomen die tot intrekking van de verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd kunnen of moeten leiden. De intrekking van een verblijfsvergunning regulier voor onbepaalde tijd wordt geregeld in artikel 22 Vw 2000. De intrekking van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde en onbepaalde tijd wordt geregeld in respectievelijk de artikelen 32 en 35 Vw 2000.

De wet van 26 oktober 2016 houdende wijziging van – onder meer – de Vw 2000 (Stb. 2016, 415, zie voor de parlemenaire behandeling Kamerstukken 34 128) wijzigt de hier besproken bepaling. Deze wet zal naar verwachting binnenkort in werking treden.

In artikel 19 wordt “artikel 28, eerste lid, onderdeel d” vervangen door: artikel 28, eerste lid, onderdeel e.

B: Wetstechnische informatie

Voor de wetstechnische informatie verwijzen wij u naar de wetstechnische informatie van de regeling.

C: Kernproblematiek

C.1: Algemeen / Parlementaire geschiedenis

De gronden voor intrekking waren tot 29 maart 2014 gelijk aan de afwijzingsgronden van een verlengingsaanvraag, met uitzondering van de grond van het vereiste van het beschikken over een geldig document voor grensoverschrijding. Daarbij heeft een rol gespeeld dat een vreemdeling bij de verlengingsaanvraag een geldig document voor grensoverschrijding dient over…