Naar de inhoud

Commentaar op Werkloosheidswet Artikel 19 (Uitsluitingsgronden). (artikeltekst geldig vanaf 2016-12-08)

Commentaar is bijgewerkt tot 25 februari 2017 door mr. B. de Pijper

Artikel 19 Uitsluitingsgronden Tekst van de hele regeling

1.

Geen recht op uitkering heeft de werknemer die:

a.

een uitkering ontvangt op grond van de Ziektewet of een uitkering die naar aard en strekking daarmee overeenkomt;

b.

een arbeidsongeschiktheidsuitkering dan wel een loongerelateerde uitkering van de werkhervattingsuitkering gedeeltelijk arbeidsgeschikten ontvangt op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen;

c.

een uitkering ontvangt op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, berekend naar een arbeidsongeschiktheid van ten minste 80%, of een uitkering ontvangt die naar aard en strekking met die uitkering overeenkomt;

d.

een uitkering ontvangt op grond van hoofdstuk III van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening militairen, berekend naar een arbeidsongeschiktheid van ten minste 80%, of een toelage op grond van dat hoofdstuk, die, al dan niet vermeerderd met de arbeidsongeschiktheidsuitkering, 70% of meer bedraagt van het dagloon waarnaar de arbeidsongeschiktheidsuitkering is of zou zijn berekend;

e.

buiten Nederland woont of verblijf houdt anders dan wegens vakantie;

f.

niet rechtmatig in Nederland verblijf houdt als bedoeld in artikel 8 van de Vreemdelingenwet 2000;

g.

rechtens zijn vrijheid is ontnomen;

h.

zich onttrekt aan de tenuitvoerlegging van een vrijheidsstraf of vrijheidsbenemende maatregel;

i.

de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt;

j.

op grond van artikel 64 van de Wet financiering sociale verzekeringen een ontheffing wegens gemoedsbezwaren heeft of wiens werkloosheid binnen 3 maanden na de datum van intrekking van een zodanige ontheffing is aangevangen;

k.

vakantie geniet buiten de bij ministeriële regeling vast te stellen periode, bedoeld in het negende lid, onderdeel b;

l.