Geen recht op uitkering heeft de werknemer die:
een uitkering ontvangt op grond van de Ziektewet of een uitkering die naar aard en strekking daarmee overeenkomt;
een arbeidsongeschiktheidsuitkering dan wel een loongerelateerde uitkering van de werkhervattingsuitkering gedeeltelijk arbeidsgeschikten ontvangt op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen;
een uitkering ontvangt op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, berekend naar een arbeidsongeschiktheid van ten minste 80%, of een uitkering ontvangt die naar aard en strekking met die uitkering overeenkomt;
een uitkering ontvangt op grond van hoofdstuk III van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening militairen, berekend naar een arbeidsongeschiktheid van ten minste 80%, of een toelage op grond van dat hoofdstuk, die, al dan niet vermeerderd met de arbeidsongeschiktheidsuitkering, 70% of meer bedraagt van het dagloon waarnaar de arbeidsongeschiktheidsuitkering is of zou zijn berekend;
buiten Nederland woont of verblijf houdt anders dan wegens vakantie;
niet rechtmatig in Nederland verblijf houdt als bedoeld in artikel 8 van de Vreemdelingenwet 2000;
rechtens zijn vrijheid is ontnomen;
zich onttrekt aan de tenuitvoerlegging van een vrijheidsstraf of vrijheidsbenemende maatregel;
de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt;
op grond van artikel 64 van de Wet financiering sociale verzekeringen een ontheffing wegens gemoedsbezwaren heeft of wiens werkloosheid binnen 3 maanden na de datum van intrekking van een zodanige ontheffing is aangevangen;
vakantie geniet buiten de bij ministeriële regeling vast te stellen periode, bedoeld in het negende lid, onderdeel b;