Naar de inhoud

Commentaar op Werkloosheidswet Artikel 61 (Betalingsonmacht werkgever). (artikeltekst geldig vanaf 2006-10-01)

Commentaar is bijgewerkt tot 25 februari 2017 door mr. B. de Pijper

Artikel 61 Recht op uitkering bij achterstallig loon e.d. Tekst van de hele regeling

Een werknemer heeft recht op uitkering op grond van dit hoofdstuk, indien hij van een werkgever, die in staat van faillissement is verklaard, aan wie surséance van betaling is verleend, ten aanzien van wie de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is, of die anderszins verkeert in de blijvende toestand dat hij heeft opgehouden te betalen, loon, vakantiegeld, of vakantiebijslag te vorderen heeft of indien hij geldelijk nadeel kan ondervinden doordat deze werkgever bedragen die hij in verband met de dienstbetrekking met de werknemer aan derden verschuldigd is, niet heeft betaald.

Kern van het wetsartikel

Art. 61 geeft de hoofdregel met betrekking tot een recht op WW-uitkering voor de werknemer wiens werkgever in een toestand van blijvende betalingsonmacht verkeert.

Art. 61 geeft de werknemer een recht op uitkering op grond van hoofdstuk IV als hij in dienst is van een werkgever,

  • die in staat van faillissement is verklaard;

  • aan wie surséance van betaling is verleend;

  • ten aanzien van wie de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is; of

  • die anderszins verkeert in de blijvende toestand dat hij heeft opgehouden te betalen.

Voorwaarde is dat de werknemer:

  • loon, vakantiegeld, of vakantiebijslag heeft te vorderen; of

  • geldelijk nadeel ondervindt doordat de in betalingsonmacht verkerende werkgever bedragen die hij in verband met de dienstbetrekking met de werknemer aan derden verschuldigd is, niet heeft betaald.

Beschrijving van de wijzigingen

Wijziging per 1 oktober 2006

Met art. I, onderdeel HH, Wet wijziging WW-…