Met het toezicht op de naleving van het bij en krachtens deze wet bepaalde zijn belast:
- 1e.
de bij of krachtens artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering aangewezen ambtenaren;
- 2e.
de bij of krachtens artikel 142, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering aangewezen buitengewone opsporingsambtenaren;
- 3e.
de bij besluit van Onze Minister, in overeenstemming met Onze Minister van Verkeer en Waterstaat, aangewezen ambtenaren van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat.