Naar de inhoud

Commentaar op Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering art. 431a (Burgerlijkprocesrecht)


Commentaar is bijgewerkt tot 02-08-2017 door prof. mr. A.W. Jongbloed

Artikel 431a Tekst van de hele regeling

Indien de bevoegdheid tot tenuitvoerlegging van een executoriale titel op een ander overgaat, kan de executie eerst worden aangevangen of voortgezet na betekening van deze overgang aan de geëxecuteerde.

A: Inleiding

Wijzigingen voortvloeiend uit KEI ten aanzien van de artikeltekst: Het artikel blijft ongewijzigd.

B: Wetstechnische informatie

Voor de wetstechnische informatie verwijzen wij u naar de wetstechnische informatie van de regeling.

C: Kernproblematiek

De mogelijkheid bestaat dat de bevoegdheid tot tenuitvoerlegging van een executoriale titel op een ander overgaat (vgl. artikel 6:142 BW), bijvoorbeeld door cessie. In een dergelijk geval kan de tenuitvoerlegging pas aanvangen c.q. worden voortgezet als die overgang aan de geëxecuteerde is betekend. De reden hiervoor is dat de schuldenaar moet weten aan wie rechtsgeldig kan worden betaald. Heeft geen betekening plaatsgehad dan kan nog steeds rechtsgeldig aan de (vorige) executant worden voldaan. Schending van dit voorschrift leidt tot een door de rechter vast te stellen nietigheid van de na de overgang verrichte executiehandelingen (vgl. artikel 65 Rv). De wetgever heeft voor betekening gekozen in verband met de rechtszekerheid, maar als onomstotelijk komt vast te staan dat de geëxecuteerde op andere wijze op de hoogte is gebracht van de overgang, dan zal dat mijns inziens niet tot nietigheid leiden (vgl. artikel 66 lid 1 Rv). De rechter heeft de mogelijkheid om op grond van artikel 438 lid 2, vierde zin, Rv gedurende de executie herstel van verzuimde formaliteiten te bevelen.

D: Jurisprudentie uitgebreid

HR 30 oktober 2015…