Het bevel tot bewaring is van kracht gedurende een door de rechter-commissaris te bepalen termijn van ten hoogste veertien dagen, welke ingaat op het ogenblik der tenuitvoerlegging.
Commentaar op Wetboek van Strafvordering art. 64 (Strafvordering) en (Vooronderzoek)
Commentaar is bijgewerkt tot 19-02-2017 door mr. J. Silvis en mr. C. van Oort
Artikel 64 Tekst van de hele regeling
Zodra de rechter-commissaris of de officier van justitie van oordeel is, dat de gronden zijn vervallen waarop het bevel tot bewaring is verleend, gelast hij de invrijheidstelling van de verdachte.
Tegen een beschikking van de rechter-commissaris tot invrijheidstelling van de verdachte op de voet van het tweede lid, staat voor de officier van justitie binnen veertien dagen daarna bij de rechtbank hoger beroep open.
A: Inleiding
Artikel 64 Sv regelt dat het bevel bewaring van de rechter-commissaris maximaal veertien dagen van kracht is. De termijn begint op het ogenblik van de tenuitvoerlegging. Zodra naar het oordeel van de rechter-commissaris de gronden waarop het bevel bewaring is verleend zijn vervallen, gelast hij de invrijheidstelling van de verdachte. De officier van justitie kan tegen de invrijheidstelling binnen veertien dagen in hoger beroep komen bij de rechtbank. Als de officier van oordeel is dat de gronden waarop het bevel bewaring is verleend zijn vervallen, gelast hij zelf de invrijheidstelling van de verdachte. Tegen die beslissing staat geen hoger beroep open.
B: Wetstechnische informatie
Voor de wetstechnische informatie verwijzen wij u naar de wetstechnische informatie van de regeling.
C: Kernproblematiek
C.1: De duur van de bewaring
Het bevel tot bewaring is van kracht voor de duur van niet meer dan…