Naar de inhoud

De ruimtelijke vertaling van profijt, toerekenbaarheid en proportionaliteit

Gemeenten hebben zo’n acht jaar ervaring met de criteria profijt, toerekenbaarheid en proportionaliteit die ook weer in artikel 12.6 van de Omgevingswet zijn opgenomen. Dit artikel verkent of de toetsingscriteria op basis van jurisprudentie kunnen worden geconcretiseerd.

Het concretiseren van profijt, toerekenbaarheid en proportionaliteit

Sinds de inwerkingtreding van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) zijn gemeenten verplicht kosten te verhalen bij gebiedsontwikkeling. Artikel 6.13 lid 6 Wro stelt dat kosten in verband met werken, werkzaamheden en maatregelen, waarvan het exploitatiegebied of een gedeelte daarvan profijt heeft en die toerekenbaar zijn aan het exploitatieplan, naar evenredigheid worden opgenomen in de exploitatieopzet. Twee jaar voor de inwerkingtreding schreef prof. dr. J.A.M.A. Sluysmans in het artikel ‘Een nieuw verhaal of de scherpe kantjes van de grondexploitatiewet’ dat de toepassing van de criteria profijt, toerekenbaarheid en proportionaliteit (ptpcriteria) in de praktijk lastig zou kunnen worden omdat het tamelijk abstracte begrippen zijn. Inmiddels hebben gemeenten acht jaar ervaring met de ptp-criteria en staan we aan de vooravond van de inwerkingtreding van de Omgevingswet. In artikel 12.6 van de Omgevingswet zijn de ptp-criteria wederom opgenomen. Dit artikel verkent of de toetsingscriteria aan de hand van jurisprudentie zijn te concretiseren.1

Het juridische ankerpunt

In de Memorie van Toelichting bij de Wro staat:

  • profijt: het exploitatiegebied moet nut ondervinden van de te treffen voorzieningen en maatregelen;

  • toerekenbaarheid: er bestaat een causaal verband (de kosten zouden niet gemaakt worden zonder het plan) of de kosten worden mede gemaakt ten behoeve van het plan;

  • proportionaliteit: als…