De strikken van de redelijkheid en billijkheid
1. Inleiding
De redelijkheid en billijkheid speelt een grote rol in het Nederlandse privaatrecht. Deze rol blijkt uit diverse bepalingen in het Burgerlijk Wetboek. Zij verwijzen bij uiteenlopende onderwerpen naar de invloed van de redelijkheid en billijkheid. In een themanummer over de ‘strikken’ in het privaatrecht, misstaat een bijdrage over de redelijkheid en billijkheid daarom niet. Dit geldt in het bijzonder omdat Hartkamp in 1981 in dit blad een artikel heeft geschreven over de rol van open normen, en in het bijzonder de rol van de redelijkheid en billijkheid, in het nieuwe Burgerlijk Wetboek.2 Ook andere auteurs bespreken de rol van de redelijkheid en billijkheid in de wet.3 Deze bijdragen besteden echter slechts beperkte aandacht aan de verbindingen tussen de verschillende wettelijke bepalingen die naar de redelijkheid en billijkheid verwijzen. Dit artikel vult deze leemte aan. Ik onderzoek op welke wijzen de verschillende wetsartikelen met elkaar verbonden zijn. Ik besteed achtereenvolgens aandacht aan de verbindingen of ‘strikken’ door middel van algemene bepalingen (§ 2), schakelbepalingen (§ 3), vergelijkbare formuleringen (§ 4) en uniformiteit in de maatstaf (§ 5). Het artikel eindigt met een conclusie (§ 6). Om de omvang van het artikel beperkt te houden, ga ik niet in op alle verbindingen tussen de verschillende bepalingen.
2. Verbindingen door algemene bepalingen
De redelijkheid en billijkheid beheerst iedere vermogensrechtelijke verhouding.5 Een echt algemene bepaling over het toepassingsgebied van de redelijkheid en billijkheid ontbreekt echter. Hartkamp stelt dat de rechtsontwikkeling ten tijde van het ontwerpen van de Boeken 3 en 6 mogelijk nog niet zo ver was voortgeschreden dat de ontwerpers deze stap aandurfden.6 Wel…