De vrijstellingen van vennootschapsbelasting bij intergemeentelijke samenwerking
Het nieuwe regime voor de heffing van vennootschapsbelasting van overheidsondernemingen kent twee specifieke vrijstellingen voor het geval waarin decentrale overheden samenwerken. Het betreft de vrijstelling voor dienstverleningsovereenkomsten en de vrijstelling voor samenwerkingsverbanden. In deze bijdragen worden deze vrijstellingen onder de loep genomen in de context van de samenwerking tussen gemeenten. Mede vanwege de decentralisatie in het sociale domein van overheidstaken (Wet maatschappelijke ondersteuning, Participatiewet en Jeugdwet) organiseren gemeenten de uitvoering van taken steeds vaker via samenwerkingsverbanden. Als de zogenoemde ‘ondernemingspoort’ van de subjectieve belastingplicht voor de heffing van vennootschapsbelasting is gepasseerd, komt voor zowel bestaande als nieuwe samenwerkingsverbanden de vraag op of een van de vrijstellingen van toepassing is.
1. Inleiding
De problematiek in de vennootschapsbelasting ten aanzien van de samenwerkingsverbanden tussen decentrale overheden is een rechtstreeks gevolg van de inwerkingtreding van de Wet modernisering Vpb-plicht overheidsondernemingen per 1 januari 2016.1 De Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) heeft naar – onze mening terecht – reeds in een vroeg stadium aandacht gevraagd voor het prohibitieve effect dat van de vennootschapsbelasting kan uitgaan op de samenwerking tussen gemeenten in het algemeen en dienstverleningsovereenkomsten in het bijzonder.2 Het lijdt dan ook geen twijfel dat het vooral aan de inspanningen van de VNG is te danken dat een van de uitgangspunten van het nieuwe regime is dat de samenwerking tussen overheidslichamen zo min mogelijk fiscaal wordt belemmerd.3 Dit uitgangspunt is in de Wet VPB 1969 uitgewerkt via twee specifieke vrijstellingen, te weten de vrijstelling voor dienstverleningsovereenkomsten en de vrijstelling voor samenwerkingsverbanden.4 De eerstgenoemde vrijstelling is in wet gekomen via een amendement van het Tweede Kamerlid Dijkgraaf5 en is daarna redactioneel verduidelijkt bij de…