De Wet natuurbescherming en gebiedsbescherming: gebiedsbescherming?
Sander Kole1
1. Inleiding
Op 15 december 2015 heeft de Eerste Kamer ingestemd met het wetsvoorstel voor de Regels ter bescherming van de natuur (Wet natuurbescherming).2De Wet natuurbescherming (hierna: Wnb) gaat de huidige Natuurbeschermingswet 1998 (hierna: Nbw 1998), de Flora- en faunawet en de Boswet vervangen. De nieuwe wet treedt naar verwachting op 1 januari 2017 in werking.3. De parlementaire behandeling van dit wetsvoorstel nam de nodige tijd in beslag en is niet zonder slag of stoot verlopen.4 In de literatuur zijn bij eerdere (ontwerp) versies van dit wetsvoorstel kritische kanttekeningen geplaatst. In een aantal gevallen zijn in dat kader ook concrete voorstellen tot verbetering gedaan.5 De doelstelling van de Wnb is het beschermen en ontwikkelen van de natuur – mede vanwege de erkenning van de intrinsieke waarde van de natuur – en het behouden en herstellen van de biologische diversiteit, en tegelijkertijd het doelmatig beheren en gebruiken van de natuur ter vervulling van maatschappelijke functies.6. Om de voorgaande doelstellingen te realiseren zijn in de wet zowel gebiedsbeschermende alsmede soortbeschermende instrumenten opgenomen. In dit artikel wordt de vraag gesteld hoe de gebiedsbescherming onder de Wet natuurbescherming is geregeld, en in hoeverre de regels om gebieden te beschermen overeenstemmen met of afwijken van het huidig wettelijk kader. Met het oog op dat doel bevat dit artikel een analyse van het gebiedsbeschermende instrumentarium in de Wet natuurbescherming. Vanwege de beperkte omvang van deze bijdrage betreft het een analyse op hoofdlijnen.7 In dat kader zal achtereenvolgens stil worden gestaan bij de algemene gebiedsbeschermende bepalingen (§ 2), de bescherming van Natura 2000-gebieden…