Naar de inhoud

Diensten van paranormaal therapeut met hbo-opleiding zijn vrijgesteld van omzetbelasting

Samenvatting

Belanghebbende, ondernemer, oefent een praktijk uit in de paranormale geneeskunde. De behandelingen bestaan, zeer kort gezegd, uit gesprekstherapieën en het magnetiseren.

Belanghebbende heeft de hbo-beroepsopleiding tot ‘paranormaal therapeut’ afgerond aan een geaccrediteerde onderwijsinstelling. Hij volgt trainingen en is lid met praktijklicentie van de Vereniging van Natuurgeneeskundig Therapeuten. Belanghebbende beschikt voorts over een licentie van de Stichting HBO Register Beroepsbeoefenaren Natuurlijke Gezondheidszorg. In geschil is of de gesprekstherapieën en het magnetiseren op grond van art. 11, lid 1, letter g, onder 1°, Wet OB 1968 zijn vrijgesteld van omzetbelasting. Hof Den Bosch 18 april 2013, nr. 12/00120, (NTFR 2013/1093) heeft belanghebbende in het gelijk gesteld. De Hoge Raad acht die beslissing juist. Anders dan de staatssecretaris betoogt, bevat de tekst noch de totstandkomingsgeschiedenis van genoemde wettelijke bepaling aanwijzingen dat de wetgever het begrip ‘psychologen’ heeft willen beperken tot ‘academisch gevormde c.q. universitair geschoolde psychologen’. Ook een richtlijnconforme uitlegging dwingt niet tot deze conclusie, aldus de Hoge Raad. Richtlijnconforme uitlegging houdt echter wel in dat de vrijstelling is beperkt tot gezondheidskundige verzorging die een voldoende kwaliteitsniveau heeft. De omstandigheid dat in genoemde wetsbepaling voor toepassing van de vrijstelling geen eisen worden gesteld met betrekking tot de kwaliteit van een psycholoog betekent derhalve niet dat diensten van psychologen ongeacht het kwaliteitsniveau in aanmerking komen voor de vrijstelling. Ook dan blijft gelden dat ervan moet kunnen worden uitgegaan dat de desbetreffende diensten door de zorgverlener professioneel en met een voldoende kwaliteitsniveau worden uitgevoerd. Aan die eisen is in dit geval voldaan.

(Cassatieberoep ongegrond.)