Eigendomsrechten en proportionaliteit: Toetsing aan Artikel 1 Eerste Protocol EVRM in het socialezekerheidsrecht
Het eigendomsrecht zoals dat is te vinden in artikel 1 van het Eerste Protocol (EP) bij het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) is niet meer weg te denken uit de Nederlandse rechtspraak. Onlangs haalde het zelfs de kranten toen advocaat-generaal bij de Hoge Raad Niessen concludeerde dat de vermogensrendementsheffing in strijd is met dit mensenrecht.2 Net als binnen het belastingrecht is art. 1 EP de laatste jaren ook een steeds grotere rol gaan spelen in het socialezekerheidsrecht. In veel socialezekerheidsprocedures wordt een beroep gedaan op het eigendomsrecht en het is aan de nationale rechter om dit recht vervolgens conform de door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) ontwikkelde eisen toe te passen op een grote diversiteit aan geschillen.
1. Artikel 1 Eerste Protocol bij het EVRM
Zoals Barkhuysen en Van Emmerik eerder al in dit tijdschrift opmerkten, wordt in de (bestuurs)rechtspraktijk toenemend een beroep gedaan op art. 1 EP. In hun bijdrage ‘De eigendomsbescherming van artikel 1 van het Eerste Protocol bij het EVRM en het Nederlandse bestuursrecht’ staan de auteurs uitgebreid stil bij de verschillende verschijningsvormen van het eigendomsrecht in het bestuursrecht en de eisen waaraan een inmenging in iemands eigendom dient te voldoen om de door ‘Straatsburg’ ingegeven toets te doorstaan.3 In deze bijdrage wordt specifiek ingegaan op de rol en het effect van het eigendomsrecht in de socialezekerheidsrechtspraak. Hierbij zal worden ingezoomd op de recente rechtspraak van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) die betrekking heeft op dit artikel. Daarbij ligt de nadruk op de interpretatie van…