Financiële bijdrage aan kind voor studie in beginsel niet belast met schenkbelasting
Bij de behandeling van het Belastingplan 2016 heeft de Tweede Kamer onder meer de vraag gesteld of schenkbelasting is verschuldigd als ouders een financiële bijdrage verstrekken voor de studie van hun kinderen. Thans antwoordt de staatssecretaris van Financiën dat een bijdrage van een ouder aan het kind voor zijn studie normaal gesproken niet is belast met schenkbelasting.
Dat geldt in ieder geval voor een bijdrage voor een reguliere studie als het studerende kind nog geen 21 jaar is, of als het kind een studie volgt die hij voor zijn 21e jaar is begonnen.
Het maakt daarbij niet uit of de ouder het kind geld geeft waarmee hij/zij de studiekosten of kosten van levensonderhoud zelf betaalt, of dat de ouder de studiekosten of kosten van levensonderhoud van het kind rechtstreeks betaalt. Indien het kind al 21 jaar of ouder is wanneer het een studie gaat volgen, kan weliswaar sprake zijn van een schenking, maar zal bij een reguliere studie de betaling van de kosten voor studie en levensonderhoud veelal vallen onder de vrijstelling van schenkbelasting voor het voldoen aan een natuurlijke verbintenis. Ook hierbij maakt het niet uit of de ouder het kind geld geeft waarmee hij/zij de studiekosten of zijn kosten van levensonderhoud zelf betaalt, of dat de ouder de studiekosten of kosten van levensonderhoud rechtstreeks betaalt.
Het voorgaande geldt tevens voor de door de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) berekende ouderbijdrage die ouders betalen en voor de situatie dat de ouders de kosten van studie en levensonderhoud voor hun kind betalen om te voorkomen dat het kind bij de DUO een studieschuld opbouwt.
De conclusie is dat in de praktijk in de meeste gevallen de ouderlijke bijdrage voor de studie, zeker ook als deze overeenkomstig de door de DUO berekende bijdrage is, niet als een schenking zal worden beschouwd. Overigens kan het kind in de situatie dat ouders een bijdrage willen leveren aan de aflossing van een bij de DUO opgebouwde studieschuld, gebruikmaken van de jaarlijkse vrijstelling of de eenmalig verhoogde schenkingsvrijstelling.
Ministerie van Financiën, 6 november 2015, nr AFP/2015/942 U
Wetgeving | |
---|---|
Jurisprudentie | |
Officiële publicaties | |
Europese regelgeving | |
Soort nieuws | Kamerstukken |
Publicatiedatum | 11-11-2015 |
Nummer | 2015/0721 |