Fouten gemaakt in belastingaangiften door werknemer van een bv leidt niet tot een vergrijpboete
Samenvatting
Belanghebbende, een bv die een hotelconcern drijft, heeft aan haar dga de contributie van een commerciële club, waarvan de dga op persoonlijke titel lid was, belastingvrij vergoed. Hof Arnhem-Leeuwarden is evenals Rechtbank Leeuwarden (NTFR 2013/66) van oordeel dat die vergoeding niet tot het loon behoort omdat die naar algemene maatschappelijke opvattingen niet als beloningsvoordeel wordt ervaren. Daarnaast is er aan de dga een auto ter beschikking gesteld. Bij de verwerking daarvan in de loonaangiften heeft werknemer A in de loonaangiften voor 1 juli 2009 fouten gemaakt op grond waarvan is nageheven. Daarbij is een vergrijpboete opgelegd. Het hof acht art. 51 Sr rechtstreeks van toepassing op de bestuurlijke vergrijpboete, zodat de omstandigheid dat art. 5:1, lid 3, Awb pas op 1 juli 2009 in werking is getreden niet aan de toepassing van art. 51 Sr in de weg staat. Art. 5:1 Awb is een codificatie van wat al gold. De gedraging van A kan aan de bv worden toegerekend omdat A werkzaam was ten behoeve van belanghebbende en omdat die gedraging dienstig was aan het bedrijf. Aan de werknemer kan grove schuld worden verweten, maar in dit geval kan die schuld niet worden toegerekend aan belanghebbende. Belanghebbende heeft namelijk bij het opdragen van de werkzaamheden de zorg betracht die redelijkerwijs van haar kon worden gevergd en belanghebbende hoefde niet aan een behoorlijke plichtsvervulling van A te twijfelen. Daarbij neemt het hof in aanmerking dat de dga geen deskundige was op het terrein van de loonheffing en dat hij die deskundigheid wel van A mocht verwachten.
(Hoger beroep ongegrond.)