Geen arbeidskorting over inkomsten zonder verrichte werkzaamheden
Samenvatting
Belanghebbende heeft in dienstbetrekking gewerkt bij A bv. In 2013 verrichtte hij geen werkzaamheden meer voor A, maar ontving hij nog wel een salaris van € 33.401. Belanghebbende heeft in zijn aangifte de inkomsten aangemerkt als inkomsten uit tegenwoordige dienstbetrekking. In geschil is of over deze inkomsten arbeidskorting dient te worden berekend.
De rechtbank oordeelt van niet. De beloning houdt geen verband met bepaalde in 2013 verrichte arbeid en er is daarom geen sprake van inkomen uit tegenwoordige dienstbetrekking. Er is terecht geen arbeidskorting over het inkomen verleend.
Het beroep op het gelijkheidsbeginsel wordt verworpen. Voor werknemers die loon genieten ingevolge de Ziektewet is een aparte regeling getroffen. Belanghebbende, die op non-actief is gesteld, is geen gelijk geval als een werknemer die ziek is.
(Beroep ongegrond.)
Commentaar
De belastingplichtige die in aanmerking wil komen voor de arbeidskorting moet arbeidsinkomen genieten (art. 8.11 Wet IB 2011). Arbeidsinkomen is gedefinieerd in art. 8.1, lid 1, onderdeel e, Wet IB 2001 als het gezamenlijke bedrag van hetgeen door de belastingplichtige met tegenwoordige arbeid is genoten als winst uit een of meer ondernemingen, loon en resultaat uit een of meer werkzaamheden. In de wet is geen definitie van het begrip ‘tegenwoordige arbeid’ opgenomen. Het begrip bestond al onder de Wet IB 1964 en stond daar tegenover het begrip ‘vroegere arbeid’. Volgens de Hoge Raad komt het voor het onderscheid tussen inkomsten uit tegenwoordige arbeid en inkomsten uit vroegere arbeid erop aan of de genoten inkomsten ten nauwste verband houden met bepaalde of in een bepaald tijdvak verrichte arbeid waarvoor die inkomsten…