Naar de inhoud

Gelijkgesteldenregeling - sluit die uit!

Een bijzondere fictieve dienstbetrekking is die van de gelijkgestelden. In de praktijk is vaak moeilijk vooraf te onderkennen wanneer hiervan sprake is.

Dienstbetrekking In het algemeen bestaat er inhoudingsplicht voor de loonheffingen indien er sprake is van een civielrechtelijke dienstbetrekking (persoonlijke arbeid, loon en gezag) of wanneer er sprake is van zogenoemde ‘fictieve dienstbetrekkingen’. De fictieve dienstbetrekkingen zijn opgesomd in de Wet op de loonbelasting 1964 (art. 3, 4 Wet lb 1964) . Artikel 4 is een delegatiebepaling die de staatssecretaris van Financiën de bevoegdheid geeft een aantal arbeidsrelaties aan te wijzen als fictieve dienstbetrekking. Dat is gebeurd in het vorig jaar aangescherpte Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965 (stb. 2016, 165) .

Modelovereenkomsten In de modelovereenkomsten die de Belastingdienst publiceert om duidelijkheid te geven over de afwezigheid van echte dienstbetrekkingen, wordt een voorbehoud gemaakt voor fictieve dienstbetrekkingen. Ook bij het gebruik van modelovereenkomsten moet daarom door betrokkenen zelf getoetst worden of er sprake is van een fictieve dienstbetrekking. Voor de meeste categorieën is die toets vooraf mogelijk, maar voor de zogenoemde ‘gelijkgesteldenregeling’ - net als voor de zogenoemde ‘thuiswerkregeling’ - is dat in de praktijk lastig. Betrekkelijk eenvoudig zijn de volgende fictieve dienstbetrekkingen te onderkennen:

  • aanneming van werk;

  • tussenpersonen, agenten;

  • stagiair(e)s;

  • meewerkende kinderen;

  • bestuurders van lichamen;

  • sekswerkers;

  • topsporters;

  • tussenkomst van degene tot wie de arbeidsverhouding bestaat;

  • (partners van) houders van een aanmerkelijk belang, die arbeid verrichten voor het desbetreffende lichaam;

  • artiesten en beroepssporters die werken op basis van een overeenkomst van korte duur;

  • bemanning van vissersvaartuigen (deelvissers).

Resultaatgenieters Voor deze situaties…