Goederenrechtelijke aspecten van offshore windparken
1. Inleiding
Naar de doelstellingen van het in 2013 gesloten “Energieakkoord voor duurzame groei” dient in 2023 16% van de energie duurzaam te zijn opgewekt.2 Om deze doelstelling te behalen, is de overheid voornemens om in 2023 4.450 megawatt te genereren uit windparken op zee.3 Aangezien de huidige capaciteit ongeveer 1.500 megawatt bedraagt, zullen nog diverse windparken in de Noordzee moeten worden gebouwd. Voor deze windparken hanteren wij in dit artikel de term ‘’offshore windparken’’.
De publiekrechtelijke aspecten van de aanleg en het beheer van offshore windparken genieten in de literatuur veel aandacht.4 De privaatrechtelijke en - meer specifiek - goederenrechtelijke aspecten blijven naar onze mening onderbelicht. Wie is bijvoorbeeld eigenaar van windmolens op zee en elektriciteitskabels die naar het vasteland lopen? Werken de regels van natrekking uit het Burgerlijk Wetboek (‘’BW’’) op dezelfde wijze op zee als op land? Rechtszekerheid is bevorderlijk voor de totstandkoming van offshore windparken.5 In dit artikel proberen wij duidelijkheid te verschaffen over de goederenrechtelijke status van offshore windparken en de bijbehorende kabels.
2. Feitelijke beschrijving windparken
Voor een bespreking van de goederenrechtelijke status van offshore windparken is een begrip van de feitelijke situatie van belang. Centraal staat de windmolen zelf. Hier wordt de wind opgevangen en in elektrische energie omgezet. Vanaf de windmolen loopt een kabel naar een offshore platform. Hierop zijn meerdere windmolens aangesloten. Vanaf dit platform loopt een kabel door de zeebodem richting het vasteland. Deze kabel is aangesloten op een transformatorstation op het vasteland, waarmee de elektriciteit in het landelijke hoogspanningsnet wordt gebracht. De afbeelding aan het einde van paragraaf…