Het verbod tot erkenning van aansprakelijkheid
1. Inleiding
Een gemaakte beroepsfout hoeft niet zonder meer te leiden tot een beroepsaansprakelijkheidsprocedure. Alom wordt onderkend dat een procedure kan worden voorkomen (of verkort) indien de beroepsbeoefenaar tekst en uitleg geeft over zijn handelen en zijn verontschuldigingen aanbiedt.2 Vaak ziet de betreffende beroepsbeoefenaar daar evenwel van af en beperkt hij zich tot een soms krampachtig zwijgen.3 De reden voor dit stilzwijgen is mede gelegen in de vrees de dekking van de aansprakelijkheidsverzekering te verspelen. In de verzekeringspolis is in de regel immers een bepaling als de volgende opgenomen:
De verzekerde is verplicht zich te onthouden van elke toezegging, verklaring of handeling, waaruit erkenning van de aansprakelijkheid kan worden afgeleid.
Een dergelijke bepaling wordt ook wel aangeduid als het verbod op erkenning van aansprakelijkheid. We merken hier reeds op dat deze alom gehanteerde aanduiding aanleiding kan geven tot misverstanden. Voor toepassing van een dergelijke bepaling is - in zijn algemeenheid - niet vereist dat de verzekerde alle elementen van aansprakelijkheid erkent (tekortkoming of onrechtmatigheid, schade, causaal verband). Een verbod op erkenning van aansprakelijkheid kan ook betrekking hebben op enkel de erkenning van het onrechtmatige karakter van het handelen. Dat kan worden geïllustreerd aan de hand van het gegeven dat het verbod op erkenning dikwijls besloten ligt in een algemene bepaling als de volgende:4
Bij schade is de verzekerde verplicht alles na te laten wat de belangen van de verzekeraar zou kunnen schaden.
Waar in dit artikel, zoals gebruikelijk, wordt gerefereerd aan “erkenning van aansprakelijkheid” moet dus worden bedacht dat ook van erkenning van aansprakelijkheid kan worden gesproken indien niet alle vereisten voor aansprakelijkheid worden erkend.
Aan overtreding…