Hoe ver reikt de Belehrungspflicht van de notaris?
Op 20 januari 1989 sprak de Hoge Raad uit dat de notaris een taak heeft in het voorkomen van misbruik van juridische onkunde en feitelijk overwicht.1 De doorwerking van die uitspraak is sinds 1999 te vinden in art. 43 van de Wet op het notarisambt. Daar heeft de wetgever bepaald dat de notaris de inhoud van de akte aan de verschijnende personen dient toe te lichten en dat hij zo nodig wijst op de gevolgen die uit de inhoud van de akte voortvloeien voor één of meer partijen. Bescherming tegen juridische onkunde en/en feitelijk overwicht heeft zich sinds 1989 ontwikkeld tot een mantra aangaande de functie van het notariaat. In de beeldvorming lijkt de waarschuwende taak van de notaris zich soms uit te strekken tot voorbij de horizon. Hierna wordt de rechtsontwikkeling rond de Belehrungspflicht op hoofdlijnen geschetst, waarna wordt geanalyseerd welke zorgplicht uit het arrest van 1989 is af te leiden. Vervolgens wordt ingegaan op de wettelijke en maatschappelijke functie van het notariaat en de reikwijdte van de bescherming die de notaris kan bieden. Daarna wordt gekeken naar de situatie in enkele buurlanden en er wordt gekeken hoe de informatieplicht en de geheimhoudingsplicht zich tot elkaar verhouden. Ten slotte wordt ingegaan op de vraag of het geldende recht het wenselijke is.2
1. Rechtsontwikkeling in vogelvlucht
Het notariaat is in Nederland centraal geregeld in de Franse tijd. Het denken over de functies van het notariaat heeft sindsdien een ontwikkeling doorgemaakt. Het arrest uit 1989 markeerde een mijlpaal in die ontwikkeling. Die ontwikkeling zich laat aflezen aan twee uitspraken over Groningse huwelijksvoorwaarden.4 In 1851 achtte het Provinciale Hof Groningen een notaris niet aansprakelijk voor de…